Het zijn straffe madammen. Vechtend voor hun goede zaak, voor wat ze opgebouwd hebben al die jaren. Spartelend en wroetend om dat wat hen zo dierbaar is boven water te houden. En toch, komt het water vaak zooo hoog aan en boven de lippen, dat ze zich soms gewonnen moeten geven en er moeten aan toegeven dat hun praktijk voor even kopje onder gaat…

Van een supporterende vroedvrouw
Picture by Little Wonders Fotografie

Het houdt me bezig, iets van hoop en houvast verdrinkt ook voor mij. Deze straffe vroedvrouwen hebben een praktijk uitgebouwd waar je terecht kan voor zoveel, met als kern van de zaak een veilige haven te zijn voor wordende, zoekende ouders en daarmee een goede, waardevolle, gezonde, krachtige start te bieden aan de wereldburgers van morgen. Met man en macht of beter gezegd: vrouw en kracht! zetten ze zich daarvoor in, al jaren. Vanuit hun eigen vurig geloof in de ontzettende kracht van een goede start voor baby en ouders konden ze zoveel aan. Maar, een vuur blijft alleen branden als er zuurstof is. En een vuur moet je kunnen doorgeven, aan nieuwe enthousiastelingen, aan nieuwe collega’s. En bovenal, een vuur heeft een schaal nodig van vereende krachten die dragen.

7 dagen zijn er in een week, van dag en nacht, van zonsopgang tot zonsdondergang en terug. Elk moederlijf en babybrein heeft zijn moment van klaar-zijn voor de geboortereis ergens op die baan van zon en maan.

 ‘Als vroedvrouw hebben we ons in dat ritme mee te bewegen, aan die wetmatigheid valt niet te tornen. Het is hetzelfde als weten dat we de zon niet even op pauze kunnen zetten vooraleer ze ondergaat, of opkomt en een nieuwe dag aankondigt.’

Als we weten dat per geboorte 2 paar vroedvrouwenogen en 2 paar handen nodig zijn om de schaal van veiligheid en geborgenheid te garanderen, dan is het wiskundig sommetje snel gemaakt: in 1week zijn 14 X 24 vroedvrouwenuren nodig van mee wachten, alert-zijn, afblijven en gadeslaan, aanmoedigen en bevestigen, handelen als nodig en mee blijheid en zorgen dragen. Voor die 14 x 24uur moet je met genoeg zijn om aan een menswaardig ritme van werken en rust te komen. En daar zinkt het bootje en knelt het schoentje zodanig dat er geen adem meer is. 

Waar is het vuur in de vroedvrouwenharten om hier méé voor te gaan? Durft het niet op te laaien, wordt het in de kiem gesmoord door angst?

‘Is de wind van andere meningen over thuis-of vroedvrouw-geleide-bevallingen-in-het-ziekenhuis zo sterk dat het elk zaadje van enthousiasme wegblaast?’

Is het ook de geldelijke onderwaardering van onze maatschappij die niet over de streep kan trekken? Voelt het wachtend beschikbaar zijn als een te grote opoffering voor al het andere fijne in het leven?

Ze zijn er dus -nog???- niet -voldoende- gekomen, de vroedvrouwen met een gloeiend hart voor deze thuisbevallings-en-zo-veel-meer-praktijk. In de besloten praktijkruimte van de straffe madammen en hun entourage is openheid, bereidheid voor nieuws, bereidheid tot opbouwend samen-werken voelbaar, wat mijn vroedvrouwenvuur zuurstof gaf en aanwakkerde om -terug- ervoor te willen gaan om dit werk te doen. Het model van organisatie wat ze in al die jaren bij mekaar timmerden is er één waar toekomst in zit, zuurstof, realiteitszin en vuur! Ja, de geraaktheid die me aan dit stukje tekst deed beginnen moet ik uiten in een spontaan opkomend ‘Verdorie, is er niemand die dit zinkend schip kan redden? Weet de modale Vlaming wat hier verloren gaat aan kunde, kracht en kansen?’.

In mijn eigen zoektocht omtrent mijn werk heb ik mogen ervaren de laatste tijd hoe waardevol het is of kan zijn om de ene stap voor de andere te zetten zonder daarbij al te weten waar ik zal uitkomen. Het is een oefening in vertrouwen, in vertrouwen wéten zonder het te voelen op sommige momenten. Maar de moeite waard! Dus ook hier kan ik vanop de zijlijn in mijn eigen bootje alleen maar supporteren en de straffe madammen aanmoedigen om ervoor te gaan, voor dat ene stapje voor de andere, ook al is dat soms het anker te lossen en het spartelend-proberen-boven- water-blijven stoppen, en hun het vertrouwen toe te wensen.

‘En ik hoop ook, vurig!, dat we deze manier van verloskunde, van kansen bieden aan ouders en hun babytjes, van geboorteprocessen hands-off te begeleiden, levend kunnen houden!’

De opleiding voor vroedvrouwen moet een jaar langer en breder gestoeld zijn, de uuuuuren stand-by-the-women moeten menswaardig vergoed worden, er moeten stevige organisatiestructuren mogelijk gemaakt worden waarbinnen dit werk kan uitgeoefend worden in combinatie met een leven als partner, moeder; mens! Iedereen moet verteld worden hoe essentieel dit werk is voor onze volksgezondheid. Want, een respectvolle krachtige start biedt zoveel meer kansen op een respectvol, gezond leven!

Van een supporterende collega.