Zwangere vrouwen lijken erg hun best te doen om te voldoen aan de eisen van onze maatschappij: blijven presteren, geen zwakte tonen, ‘dezelfde’ blijven. Pleidooi voor het koesteren van zwangeren.
Tekst door Katrien Nuttin, vroedvrouw
Illustration by Isabelle Geeraerts
Ik was onlangs in gesprek met een Egyptisch koppel rond de gebruiken in hun thuisland rondom zwangerschap en geboorte. De vrouw vertelde me lachend hoe haar moeder haar aan de telefoon op het hart had gedrukt dat ze veel moest rusten, niet te lang mocht staan, geen huishoudelijke taken meer moest doen… nu ze eenmaal zwanger was.
Dit advies was wat overdreven misschien, maar als je kijkt naar hoe onze maatschappij omgaat met zwangere vrouwen, dan is dat weer het andere extreme. In onze vroedvrouwenpraktijk merk ik dagelijks hoe zwangere vrouwen hun best doen om te voldoen aan de eisen van onze maatschappij. Daarin worden prestaties gewaardeerd en wordt zelfzorg door een stapje terug te zetten als zwak bestempeld.
Optimaal presteren met een emmer in de auto
Ik herinner me zelf nog goed hoe ik destijds in de eerste misselijke zwangerschapsmaanden mijn best deed om te gaan werken en hoe mijn diensthoofd me doodleuk vertelde dat zij een emmer in de auto had staan voor het geval ze moest overgeven. Zo ver ben ik niet gegaan, een paar weken ziekteverlof deden mij veel meer deugd, dan over mijn grens te blijven gaan. Maar veel begrip kreeg ik, en krijgen zwangere vrouwen in het algemeen, hier niet voor. Het idee dat je koste wat kost optimaal moet blijven presteren zit hardnekkig verankerd in onze maatschappij.
We lijken ons er massaal niet van bewust – of willen dat niet zijn – dat die eerste zwangerschapsmaanden zo bijzonder zijn en echt veel energie vragen. Binnen een tiental weken groeit een baby uit van één cel tot een perfect gevormd minimensje met 10 vingers en 10 tenen. Geen wonder dat een zwangere vrouw zich enorm moe voelt van alle energie die naar dit proces gaat.
Groei en indrukken
Maar niet alleen die eerste zwangerschapsmaanden zijn bijzonder. De hele zwangerschap, van conceptie tot geboorte, is een periode van groei en indrukken voor de ongeboren baby. Een baby wordt weliswaar opgebouwd uit cellen die volgens het genetisch materiaal van de ouders zijn samengesteld. Maar hoe genen aan- of uitgezet worden – en dus al dan niet tot expressie komen – wordt bepaald door ervaringen die je (on)geboren kind opdoet.
En ja hoor, in de baarmoeder doet een kind al ervaringen op, zij het via zijn of haar moeder. Wat de moeder voelt, dragen haar hormonen over aan de baby. Deze vroege prenatale ervaringen kleuren de ontwikkeling van de baby. Niet voor niets probeert men in sommige culturen zwangere vrouwen af te wenden van verdriet en akelig nieuws en hen net omringen met mooie beelden en bloemen…
(Over)leven
Heftige gebeurtenissen hebben een impact op de ontwikkeling van het kind. Dat geldt voor intense ontroering of diepe liefdevolle gevoelens, maar ook voor verdriet om het overlijden van een dierbare of langdurige stress op het werk of in een belangrijke relatie. Een baby in de baarmoeder wordt voorbereid op het (over)leven buiten de baarmoeder. Als de omgeving niet veilig is (vb. langdurige stress bij de moeder), zal ook het stress-systeem van de baby zich zo ontwikkelen dat het snel alarm slaat (denk aan: snel geprikkeld zijn, veel huilen) zodat hij bij de minste dreiging gered kan worden in die ‘gevaarlijke’ wereld.
Anna Verwaal, geboorteconsulente, stelt dat deze vroege prenatale ervaringen opgeslagen worden in het celgeheugen van het kind. Dit is het fysieke geheugen, het lichaamsgeheugen van elke lichaamscel. Dit verklaart waarom een persoon naar aanleiding van een ervaring iets in zijn of haar lichaam kan voelen of gewaarworden (denk aan: hartkloppingen, een baksteen op de maag, een gevoel van verdriet of boosheid…) zonder zich bewust te zijn waarom het lichaam zo reageert.
Verwaal is zelf adoptiekind uit een ongewenste zwangerschap en ze ontdekte in haar leven dat dit patroon van “achtergelaten worden” zich vaak herhaalde. Tot ze letterlijk door haar toenmalige vriend van de boot werd gezet op een onbekende plek ver van huis en ze tot inzicht kwam dat dit moest zijn geweest hoe zij zich als pasgeboren baby had gevoeld, op een vreemde plek, afgescheurd van de persoon die ze kende en vertrouwde. Verwaal benadrukt dat deze bewustwording een eerste stap is in het loskomen van patronen die zich in ons leven gevormd hebben. Lichaamswerk, craniosacraaltherapie,.. kunnen helpen je lichaam los te leren laten wat het haar hele leven al vasthoudt, vertelt ze.
Zorgdragen voor elkaar
Laat deze kennis moeders ondersteunen in wat ze eigenlijk diep van binnen voelen en weten: luister naar je lijf, wees mild voor jezelf, laat jezelf vertroetelen want jij en je baby zijn het waard. Laat je ondersteunen door je partner. De ondersteunende rol van de partner wordt vaak weggelachen, maar is cruciaal. Een zwangere vrouw geniet van de verbinding met haar partner en diens liefdevolle zorg. Bovendien bouwen partner en de ongeboren baby ook een relatie op tijdens de zwangerschap.
Maar misschien nog wel belangrijker: laten we als maatschappij zorgdragen voor zwangere vrouwen. Want zijn we niet allemaal verantwoordelijk voor het zorgdragen voor elkaar? Luister of je je zwangere kennis, familie, collega, buurvrouw, … kan ondersteunen en draag bij aan meer welzijn en liefde in de wereld nu én in de toekomst.
Katrien Nuttin, vroedvrouw