April werd uitgeroepen tot awareness maand rond keizersnedes. Eén op vijf bevallingen in België zijn namelijk keizersnedes. Toch wordt hier weinig over gepraat. En als er al aandacht voor is, dan vaak voor de medische of cijfermatige kant. Nochtans zijn er nog heel wat taboes rond keizersnede, die dringend mogen sneuvelen. Hier is mijn verhaal…

Vrijdagavond, 23u40: “Mevrouw, de pH waarde van de test is niet goed. We gaan een keizersnede uitvoeren.”

Rewind.

Zo’n 40 uur eerder was ik opgestaan – een week over tijd – met rustige contracties en dacht ik ‘Today’s the day!‘. Om in beweging te blijven, ging ik een flink stukje wandelen. En ja hoor, tegen de avond werden de weeën steeds intenser en om 1u beslisten we naar het ziekenhuis te gaan. Helaas pindakaas: nog geen ontsluiting, en 3 uur monitoren later zelfs geen weeën meer. Het harde verdict: “U bent niet in arbeid, u gaat best terug naar huis”. Zo gezegd, zo gedaan. Maar een halfuurtje na thuiskomst… pletsj, water gebroken. ‘t Is toch voor echt dan? De weeën kwamen terug op gang, en ik wachtte tot de middag om terug naar het ziekenhuis te vertrekken.

Eenmaal daar bleek de ontsluiting nauwelijks veranderd. Na nog anderhalf uur: de onvermijdelijke baxter met weeënopwekkers. Wat we ook probeerden, de ontsluiting ging met millimetertjes vooruit. Ik zag de klok voort tikken, om dan te horen dat er geen vooruitgang zat in de bevalling. Rond 18u kon ik niet meer, en vroeg ik een epidurale. Wie weet, dacht ik, kan ik dan ontspannen en komt het wel op gang. We keken naar een match van de Rode Duivels, terwijl naast me het grafiekje van baby’s hartslag op en neer ging op het monitorscherm.

Rond 23u kwam de dokter binnen: de indicaties van de hartslag waren niet zo goed. Voor de zekerheid voerden ze een pH-test uit. “Als die niet goed is, gaan we ingrijpen.” Een halfuur later was het zover. Oké dan, dacht ik op dat moment, als het niet goed gaat met mijn baby, haal hem er dan maar uit, by all means necessary.

Plots stonden er zes mensen in het blauw rond mij, allemaal druk bezig met het preppen voor de operatie. Ik mocht nog enkele vragen stellen. De enige die ik mij herinner, was: “Kan ik hierna dan nog wel een keer natuurlijk bevallen?” Zo gek dat dat op dat moment door mijn hoofd ging, heb ik achteraf vaak gedacht…

Daarna ging het heel snel. Binnen het kwartier lag ik op de operatietafel, en om kwart na middernacht werd Roald geboren. Ik kon hem niet vasthouden, maar wel zien. En hij mocht bij zijn papa blijven. Nadat ik werd dichtgenaaid, kreeg ik te horen dat ik naar de ontwaakzaal moest totdat de verdoving was uitgewerkt. Hoezo? En de borstvoeding dan? Moest die niet op gang komen door de baby aan te leggen binnen het uur? En wat met huid op huid? Een eindeloos lange anderhalf uur bracht ik half-groggy door in de ontwaakzaal, wachtend tot er verplegend personeel beschikbaar was op de materniteit om mij te komen halen (want ja, er waren die nacht maar liefst 3 keizersnedes). Ik was zo ontredderd, kijkend naar de klok, dat ik de verpleegster van de nachtdienst meermaals aanklampte, smekend om naar boven te mogen.

Toen ik Roald – die al die tijd wakker en enthousiast borsthaar van papa had gehapt – eindelijk in mijn armen kon sluiten, begon hij gelukkig vanzelf te drinken. Hij bleek een natuurtalent wat eten betrof (toen, en nu nog steeds ;-)).

De volgende dagen ging er van alles door me heen. Een hormonale roze wolk, gelukkig, in de eerste plaats. Maar ook angst, dat mijn baby cruciale bacteriën had gemist doordat hij niet door het geboortekanaal was gepasseerd, of dat ik niet de trap zou op kunnen thuis door de operatie. Blijdschap ook uiteraard, dat het borstvoeden goed op gang kwam, en dat de baby flink en gezond was. Maar ook veel boosheid. Ik had het gevoel dat ik mij voor de bevalling zo goed geïnformeerd had: een bevallingscursus en prenatale kine gevolgd, boeken en artikels verslonden over het belang van natuurlijk bevallen, zelfs een geboorteplan opgesteld… Waarom was die keizersnede er dan toch gekomen? En waarom was ik daar niet op voorbereid? Waarom wist ik niet dat je dan naar de ontwaakzaal werd gestuurd? Waarom had niemand gezegd “ook al maak je de beste plannen en ben je prima geïnformeerd, een keizersnede kan altijd gebeuren”? Het enige wat ik van tevoren over keizersnedes wist, was dat er te veel worden uitgevoerd, dat het soms uit gemak wordt gedaan omdat de arts naar huis wilt, dat het niet goed is, dat het wel een operatie is hé, waarbij je buikspieren worden doorgesneden (dat klopt trouwens niet helemaal), dat je daarna niks mag tillen en in het slechtste geval de trap niet op kunt. Door de focus van de voorbereiding (terecht) te leggen op de merites van natuurlijk bevallen (liefst nog zonder epidurale en niet liggend op je rug) ontstond er naar mijn aanvoelen een soort taboe op de noodzakelijke keizersnede.
Terwijl ik geen van dat alles heb ervaren: ik heb het gevoel dat ik voldoende info kreeg, dat er naar mij werd geluisterd, en dat ik niet geforceerd ben in die operatie. Ik vertrouwde op de medische expertise om die beslissing te nemen. Wat het herstelproces achteraf betreft, heb ik waarschijnlijk wel wat geluk gehad: ik kon gewoon de trap op (oef, want we woonden toen op de tweede verdieping van ons huis), ook de borstvoeding kwam probleemloos op gang (zelfs een beetje té vlot in het begin, maar dat is een ander verhaal). Het litteken genas heel mooi en werd bijna onzichtbaar. Waarom had niemand gezegd dat een keizersnede ook oké kon zijn?
De maanden en jaren die volgden op die eerste bevalling was er ook een soort schuldgevoel. Had ik iets mis gedaan? Had ik te veel gesport tijdens de zwangerschap en waren mijn buikspieren te sterk? Was het niet gelukt om voldoende te ontspannen? Had ik niet zo snel naar het ziekenhuis moeten gaan? Een vroedvrouw thuis onder de arm moeten nemen? Het voelde alsof ik tekort was gekomen, en als ik ‘de juiste dingen’ had gedaan ik toch die natuurlijke bevalling had kunnen hebben.

Bij mijn tweede zwangerschap, 2,5 jaar later, was ik erop gebrand om het anders aan te pakken. Ik sportte minder intensief, maar deed meer yoga en ontspannende oefeningen. Ik las een boek over hypnobirthing en oefende op ontspannen, visualiseren,… Ik at een karrenvracht dadels, wat zou moeten helpen voor een vlotte bevalling. Maar het belangrijkste van al: ik werd deze keer opgevolgd bij een vroedvrouwenpraktijk en kon hen – ook in geval van een tweede keizersnede – meenemen in de verloskamer. Al was opvolging door een gynaecoloog (en aanwezigheid bij de bevalling) een must gezien de ‘precedent sectio’, zoals dat heet.

Omdat baby nummer één vlotjes over tijd ging, liet ik de vakantieplannen aan zee niet verstoren door de uitgerekende datum. En inderdaad, ook nummer twee bleef op het gemakje in de buik zitten, ondanks de snikhete zomer. Omwille van de eerdere keizersnede mocht ik maximaal 10 dagen over tijd gaan. De weeën kwamen niet vanzelf en ook de ontsluiting was weer noppes. Op dag 10 ging ik dus binnen voor een ‘mechanische’ inleiding, niet echt het scenario dat ik in gedachten had. Maar goed, van de eerste keer wist ik nog: bevallen is loslaten. We gingen ons best doen, en dan zagen we wel hoe het liep.
De inleiding deed alvast haar werk: tegen de ochtend had ik 3 cm ontsluiting – hoera! Omdat er niet vanzelf weeën op gang kwamen, kreeg ik terug een baxter. Daar was de pijn weer. Ik bleef rondwandelen, ontspannen, visualiseren, zoals ik geleerd had… Intussen was Arlind van Zwanger in Brussel wel bij ons in de verloskamer, ondersteunend en coachend. Maar opnieuw hetzelfde verhaal: na 4 cm ontsluiting stopte het. Ik had een déjà-vu: veel (opgewekte) weeën, tijd die wegtikte, maar nul voortgang. Ik vroeg terug een epidurale. Niet veel later besliste de dokter dat we alles hadden geprobeerd, en een keizersnede de te verkiezen optie was. Even vloeiden er traantjes, maar al snel legde ik mij erbij neer: ik had er uiteraard rekening mee gehouden dat dit een reële optie was, en ik had – naar mijn gevoel – alles gedaan om een natuurlijke bevalling mogelijk te maken. Als mijn baby’s niet mee wilden doen, so be it.

De baxter werd verwijderd, mijn man en de vroedvrouw kregen hun outfit voor de operatie, en toen begonnen blijkbaar alle vrouwen in het verloskwartier tegelijkertijd te bevallen en moesten we nog 2 uur wachten tot er een gynaecoloog vrij was voor de operatie. Bizar hoe je op zo’n moment dan wat kan zitten babbelen, grappen en grollen… 🙂

De operatie verschilde op zich niet veel van de eerste, al duurde ze wel wat langer. Ik had van tevoren gevraagd om de placenta te zien (ik was daar echt nieuwsgierig naar, en de eerste keer hadden ze die al weggedaan). Toen Esther uit de buik kwam, was ze écht een leuke verrassing, want hoewel we het geslacht niet wisten, dachten we beiden dat het terug een jongen zou worden. Ze weende ook, wat ik me niet herinner van haar broer. Arlind nam veel foto’s, wat we ook niet hadden van de eerste bevalling. En omdat zij erbij was, hoefde ik deze keer niet naar de ontwaakzaal, maar mocht ik in een aparte kamer mét de baby bij mij de verdoving van me afschudden. Hoe enkele details zo’n enorm verschil kunnen maken in beleving.
sectio

De dagen erna bracht ik door op de kamer naast een andere mama van een tweede kindje. Ook zij had een keizersnede ondergaan, voor de tweede keer. Maar zij had na een eerste ervaring die gelijkaardig was aan de mijne, zelf om de operatie gevraagd. We waren dus samen binnen geggaan de avond van tevoren, maar haar baby kwam zo’n 12 uur eerder ter wereld. Ze had Marokkaanse roots en bood mij dadels aan die dienden als doopsuiker. Eh, no thanks, ik heb even genoeg dadels gehad voor een jaar! :’-)

Intussen heb ik geaccepteerd dat er geen natuurlijke bevalling in zat. Waarom precies, zal ik nooit weten. Esther was ook nog een sterrenkijker, wat wellicht het natuurlijke proces nog wat bemoeilijkte. Misschien waren mijn baby’s te groot, of mijn bekken te klein, wie zal het zeggen? Ik ben dankbaar dat de medische wetenschap hen veilig ter wereld kon brengen.

Terugkijkend op mijn ervaringen, vind ik het belangrijk dat er meer bewustzijn wordt gecreëerd rond keizersnedes. Dat ze regelmatig te snel worden uitgevoerd, of dat er niet altijd goed met de bevallende persoon wordt gecommuniceerd, staat vast. En het is terecht dat hiervoor aandacht is. Maar voor sommige bevallingen is het ook de beste optie en dat mag ook geweten zijn. Een klein aantal vrouwen kiest er bewust voor, en dat is ook oké (en niet “too posh to push“, zoals een zekere politica ooit zei – woest werd ik daarvan).

Er wordt weinig – en met weinig nuance – gepraat over keizersnedes, en daarom koos ik ervoor om mijn verhaal te delen in deze internationale keizersnede awareness maand. Drie jaar na de laatste bevalling heb ik er vrede mee. Tegen andere mama’s die om welke reden dan ook een keizersnede ondergingen of nog zullen ondergaan, wil ik vooral zeggen: je bent niet mislukt. Je lichaam heeft niet gefaald. Het ontbreekt je niet aan ‘oerkracht’ (trust me, je gaat nog genoeg kansen krijgen om die moederlijke oerkracht aan te wenden ;-)). Een keizersnede is ook een bevalling. Ja, je mag het ook zo noemen. Je baby gaat het prima doen. Het is oké om alle emoties te voelen die je voelt. Moederliefde is moederliefde en een bevalling is een bevalling, ongeacht hoe die baby eruit kwam.