Als vroedvrouw heb ik tijdens mijn stage heel wat bevallingen mogen begeleiden in verschillende ziekenhuizen in België en Finland. Bovendien ben ik altijd enorm geïnteresseerd in de bevallingsverhalen van de mensen rondom mij. Maar hoe ik het ook draai of keer, ik was er niet gerust op toen de bevalling van mijn eerste dichterbij kwam.
Gelukkig had ik een fantastische vroedvrouw, Alinoë. Ondanks mijn vroedvrouwenopleiding gaf zij mijn partner Dimi en mij gedurende de consultaties informatie alsof we leken waren. En dat waren we: ik was leek in zwanger zijn en leek in zelf bevallen. Onze vroedvrouw nam de tijd om ons gerust te stellen en te gidsen langs alle keuzes die we konden maken. Gaandeweg kregen we vertrouwen. Bij haar voelde ik mij vol zelfvertrouwen, thuis sloeg de twijfel soms weer toe, maar tegen de tijd dat ik mocht bevallen, was ik er klaar voor.
Dimi blijft bij mij in de badkamer en er is zelfs ruimte voor een mopje en wat gelach tussen de weeën door. Ik leef van pauze naar pauze, van rustmoment naar rustmoment. De weeën zijn goed, ze zijn mijn partners in deze bevalling, ze helpen om de baby geboren te laten worden.
Rond 15u00 vraag ik Dimi om Alinoë te bellen. Zij vraagt of we het nog aan kunnen alleen. Ze mag op haar gemakje doen, alles onder controle hier.
Na een tijdje onderzoekt Alinoë me op bed: 6 cm. Tijd om rustig naar het ziekenhuis te vertrekken.
Alinoë had al gebeld naar de verloskamer en mijn bad is al gevuld als ik toekom. Zonder nadenken: kleren uit en dat water in.
Het gedimde licht en het geroezemoes van Dimi en Alinoë zorgen voor een aparte sfeer. Ik voel mij gesteund, comfortabel ondanks de pijn.
De begeleidende vroedvrouw van de verloskamer is toevallig een studiegenote, Laure, beter kan ik het niet treffen.
Op zeker moment zie ik iets in het badwater drijven. Een lieveheersbeestje? Ik vis het er tussen de weeën door uit en geef het aan Dimi. Hij kijkt me verbaasd aan en wil meteen weggooien wat ik hem geef. Nee, een lieveheersbeestje!
‘t Moet wel een gelukskindje zijn…
Tijdens het persen voel ik hoe de vliezen uitpuilen. Wat een bijzonder gevoel! Elke perswee wordt de ballon groter en hij knapt niet!
“Oliver wordt geboren om 20u30 en breekt zelf zijn vliezen met zijn arm. Ik beval in de armen van mijn man, in bad, van het allermooiste kind.”
Direct na de bevalling wil ik uit bad. De baby voelt zo warm aan, wat moet hij het dan koud hebben in dat water! Ik vraag aan Alinoë hoe groot de schade daar beneden is. Valt goed mee zegt ze. Slechts drie kleine hechtingen zijn er nodig.
Dimi is net onze ‘vluchtzak’ uit de auto aan het halen als de placenta wordt geboren. Alinoë had gezien dat Dimi plots wat bleekjes werd door alle emoties en had hem om eten gestuurd. De placenta wordt in een doek gewikkeld en bij de baby gelegd, al het bloed en alle zuurstof krijgen de tijd om naar de baby te gaan. Pas 2 uur later wordt de navelstreng doorgeknipt. Tussen de lakentjes op de baby kruipt opeens het lieveheersbeestje langs. Deze keer laat Dimi het vrij uit het raam.
Vier uur na de geboorte, na middernacht, vertrekken we naar huis, vol vertrouwen dat we dit kunnen. De volgende ochtend staat Alinoë om 8u00 aan de deur om mij en onze geluksbaby te onderzoeken.
Ja, ik heb veel pijn gehad. Ik heb verschillende paniekmomenten gehad. Ik heb gedacht: steek hem er maar terug in, dit hoeft voor mij niet meer. Ik heb tegen Alinoë gezegd: ‘Ik kan dit niet, ik wil niet meer.’ We weten allemaal dat bevallen pijn doet, maar doordat ik zo goed omringd was, wist ik wat er aan het gebeuren was. Ik wist dat de keuzes die ik weloverwogen had gemaakt gerespecteerd werden en kijk met een enorm goed gevoel terug op deze ervaring.
Alinoë, dankjewel.