‘Dit is exact hoe ik wilde dat het zou gaan’.

Het is dinsdagavond 30 januari wanneer ik ‘s avonds na het strippen bij de vroedvrouw voel dat er iets in beweging komt. Ik ben 41 + 1 dag en ik ben klaar om haar te verwelkomen. Toegegeven, mentaal en fysiek had ze er zeker nog even mogen zitten want ik voel me best goed, maar de druk vanuit het ziekenhuis om in te leiden en de dagelijkse berichten van vrienden en familie maken me ongeduldiger dan ik eigenlijk zelf ben.

Na het avondeten maak ik een “cocktailtje”, voorgeschreven door de vroedvrouw om alles nog wat extra te helpen om de geboorte in gang te zetten. Niet lang nadien voel ik krampen opkomen en na een paar bezoekjes aan het toilet voel ik een patroon komen in de krampen. Ze zijn er ongeveer elke 5-6 minuten, maar nemen niet echt toe in intensiteit. Zeno is mee wakker en we zitten zo samen de hele nacht uit in de hoop dat het eindelijk begint. Rond 6 uur ‘s ochtends ben ik moe maar bellen we de vroedvrouw om eens te horen wat we nog kunnen doen. Ik voel zelf dat mijn weeën nog niet sterk genoeg zijn en de vroedvrouw stelt voor om later op de dag eens langs te komen. Ik vang nog een uurtje weeën op en val dan in slaap in de zetel. Om 9 uur word ik wakker en voel ik niets meer. Alles is stil gevallen en ik heb geen enkele kramp meer. Lichtjes teleurgesteld ga ik douchen en wacht ik het bezoekje van de vroedvrouw af.

Om 13 uur is Anna daar, ze voelt mijn ongerustheid en ongeduld uit angst te moeten worden ingeleid op donderdagavond (een compromis dat ik met Zeno maakte omdat hij liever niet wacht tot 42 weken). Ze stelt me gerust en overloopt samen met ons een “welkom-baby-plan” met tal van opdrachten om de geboorte een zetje te geven om spontaan op gang te komen. Ze stript me opnieuw en ik heb al 4 centimeter ontsluiting. Wanneer ze weggaat beginnen we braaf stap voor stap alle opdrachten uit te voeren (kruidenthee maken, tepelstimulatie, drukpuntmassage, wandelen, …). We zijn gedreven en ik zet mijn gsm in vliegtuigmodus omdat de vele berichtjes me zenuwachtig maken. ‘s Avonds eten we een pittige curry en rond 21 uur geeft Zeno aan om vroeg in bed te kruipen na een nachtje zonder slaap. Hij doet zijn oordoppen in en valt binnen de twee minuten in een diepe slaap. Ik ben moe maar kan de slaap nog niet helemaal vatten dus besluit ik nog een ontspanningsoefening van de hypnobirthing cursus te doen. Tijdens de oefening voel ik wat krampen opkomen en ontspannen zit er niet meer in. Ik zet een podcast op om me af te leiden. Ik heb nog geen vijf minuten mijn koptelefoon op als ik voel dat neerliggen niet aangenaam aanvoelt. Ik besluit op te staan en op de skippybal te bouncen op de rand van het bed. De weeën zijn sterk, komen snel op en ik voel ze ook steeds intenser worden. Ik kreun luid en puf luidruchtig om ze weg te blazen. Tussen de weeën door probeer ik aandachtig te luisteren naar de podcast, maar al snel moet ik de aflevering op pauze zetten wanneer de wee opkomt. Ik focus me volledig op het beleven van de pijn maar vind het best pittig hoe snel ze komen en hoe pijnlijk ze zijn.

Ik besluit mijn weeën even te timen en merk na een uur dat ze heel regelmatig komen. Elke 5 minuten is er eentje en ik merk ook dat er tussenin nog een iets minder intense wee is. Rond 23.45 uur zit ik met de tranen in mijn ogen. Ik wil Zeno laten slapen omdat ik weet hoe moe hij is, maar ik voel me alleen met mijn pijn. De weeën voelen duidelijk intenser en pijnlijker dan de nacht ervoor en ik merk dat ik alle focus nodig heb tijdens een wee om hem op te vangen.

Huilend duw ik Zeno wakker. Hij komt van ver en weet niet goed wat er gebeurt. Hij ziet me op de skippybal met tranen in mijn ogen en weet meteen hoe laat het is. Hij belt naar Rinke, de vroedvrouw die van wacht is. Ze zegt ons dat we naar het geboortehuis mogen gaan. Die woorden zijn een last die van mijn schouders valt.

Opgelucht en tegelijk ook nerveus: “Is het begonnen?”, “Zijn mijn weeën wel sterk genoeg?”, “Heb ik Rinke niet voor niets uit haar bed gebeld?”

De pijn is te intens om mijn schoenen nog aan te doen. Zelfs een jas aandoen is geen optie meer. Zeno wikkelt me in een deken en begeleidt me naar de auto. Ik probeer me te bewegen tussen de weeën door, want als er één opkomt, kan ik niets anders doen dan stilstaan en ondergaan.

In de auto onderweg naar het geboortehuis blijven de weeën elkaar mooi opvolgen. Ik roep en puf ze weg en voel nu aan elke vezel in mijn lijf dat de bevalling begonnen is. Ik zal onze dochter bijna in mijn armen hebben en dat is zo’n fijn idee dat ik er naar uit kijk om in het warme bad te kruipen. Ik bedenk me: “Laat maar komen die weeën”, ik bereid mezelf mentaal voor op erger.

We komen toe in het geboortehuis en Rinke laat het bad vollopen. Ik focus me met man en macht op het opvangen van de weeën en voel ongeduld wanneer het bad niet snel genoeg volloopt.

Wanneer ik een beetje later in bad stap en mezelf helemaal onderdompel, voel ik de warmte van het bad mijn lichaam omarmen. Het doet zo’n deugd en ik voel me een stuk lichter. Instinctief beweeg ik mijn lichaam mee in het water om de weeën beter op te vangen. Ik voel Zeno achter me en dat stelt me gerust. Rinke zit naast me en controleert regelmatig de harttoontjes. Ik heb geen idee meer van tijd en ruimte. De tijd gaat vooruit, ik zit regelmatig in een soort trance en betrap mezelf erop soms ook effectief een aantal seconden te slapen. Soms kijk ik naar de klok boven mij en dan ben ik verbaasd hoeveel tijd er al voorbij is gegaan. Ik voel pijn maar vang hem op, zuchtend, kreunend en soms roepend. Ik onderga en geef me over aan de natuur en de pijnlijke golven.

Na een tijdje in bad besluit Rinke dat het beter is om eens een andere houding uit te proberen. De baby is nog niet volledig ingedaald en om het proces wat te helpen ga ik uit bad. Ik begeef me met veel hulp naar het bed en lig daar met mijn hoofd naar beneden en billen omhoog. Ik vind de houding niet fijn, maar aanvaard het omdat ik zo hoop dat ze sneller indaalt en er dus ook voor zal zorgen dat de pijn weg zal gaan. Ik lig daar ongeveer een uur in die houding en gelukkig heeft het gewerkt, mijn ontsluiting is gevorderd maar ik ben er nog niet. Ik besluit terug in bad te gaan, want daar vind ik het het fijnst. Ik voel dat mijn weeën intenser worden en geef het ook aan, maar ik mag nog niet persen want ik heb nog geen volledige ontsluiting.

Ik verander van houding en ga op mijn knieën zitten over de badrand leunend. Niet veel later voel ik dat het tijd is om te duwen. Wanneer ik tussen de weeën door mijn ogen open is plots Tom (tweede vroedvrouw die tijdens de persweeën wordt opgeroepen) daar. Ik kijk op de klok, 6 uur is net gepasseerd en ik weet dat dit bijna het einde is. Het geeft me kracht om door te zetten. De persweeën zijn intens, de enige manier om ze op te vangen is door te roepen en te kreunen, er is geen andere mogelijkheid om ze anders te doorstaan. De geluiden die ik produceer heb ik nog nooit eerder gemaakt, het is puur instinctief.

Rinke volgt regelmatig even mee voor de harttoontjes en gelukkig blijft ze het goed doen. Ik moet me soms verplaatsen om de persweeën op te vangen en ik voel dat ik ongeduldiger word. Ik ben moe en voel me weinig alert. Elke vraag (ook om me nog even te verplaatsen) voelt snel als te veel. Maar er is zelfs geen energie meer om dit aan te geven. Ik voer uit wat er van me gevraagd wordt.

Tijdens de persweeën voel ik haar zakken, iets zwaar komt in mijn bekken en zet enorme druk. Bij momenten voelen mijn weeën niet krachtig genoeg (of voel ik me weinig krachtig) om goed genoeg door te duwen. Ik duw soms nog mee na de weeën maar Rinke zegt dat ik die tijd beter gebruik om even te bekomen. In het laatste deel draai ik me op mijn rug en pers ik de laatste keren met opgetrokken knieën. Stilaan komt ze eraan. Als Tom en Rinke zeggen dat ze haar hoofdje voelen dan vraag ik of ze haartjes zien. Ze beamen dit en lachen, ik ga voelen met mijn handen en voel haar hoofdje en het voelt zacht en donzig. Ze is nu zó dichtbij…

Elke wee voel ik dat ze steeds meer richting de uitgang komt, maar als de weeën afnemen dan voel ik haar soms weer even terug gaan. Ik geef dit een beetje jammerend aan en Tom bemoedigt me door te zeggen dat dit oké is. De plaats is gemaakt, dit is een vordering voor de volgende wee.

Het laatste deel is voor mij meer een waas. Ik herinner me dat ik zei dat ik niet meer kon, ik voelde me leeg en zonder kracht. De aanmoedigingen van Rinke, Tom en Zeno zijn warm en zorgen ervoor dat ik steeds weer opnieuw energie vindt en doorzet. Na anderhalf uur persen is het goed geweest, ik wil haar zien en ontmoeten. Met al mijn kracht duw ik in de laatste weeën nog even goed door en daar is ze dan. Ze schiet eruit en ik kan haar aannemen. Rinke doet voorzichtig de navelstreng af haar nekje en begeleidt haar richting mijn borst. Ik ben opgelucht, ik voel de tranen achter mijn ogen prikken. Ik bekijk haar, voel haar en neem haar goed vast. Verbaasd, trots en doodmoe kijk ik haar aan. Eindelijk is ze daar. Ze pruttelt een beetje door de slijmpjes in haar longetjes maar ze doet het goed en ziet er gezond uit. Ze ligt rustig en warm op mij en ik voel zoveel liefde voor haar.

We laten de navelstreng uitkloppen en Zeno knipt hem vervolgens door.

Ik ben klaarwakker en ben me erg bewust van het feit dat er nu een klein wezentje op me ligt dat wij samen hebben gecreëerd. Mijn hart vult zich met liefde en ondanks de pijn die ik nog voel ben ik tegelijkertijd enorm dankbaar voor de ervaring van mijn bevalling. Dit is exact hoe ik wilde dat het zou gaan.

Net na de bevalling dacht ik bij mezelf: “dit nooit meer”. Maar zo machtig als de natuur is, ben je twee dagen nadien de ergste pijn alweer vergeten. Nu zijn we ruim drie weken verder en kijk ik alleen maar positief en vol warmte terug naar mijn bevalling. De hele setting in het geboortehuis, de vroedvrouwen, de rust, sereniteit en de veiligheid die ik mocht ervaren, was goud waard. Dit is wat ik nodig had om onze lieve dochter Lou ter wereld te brengen en waar de vroedvrouwen van La Madrugada elke seconde mee voor hebben gezorgd.

De natuur deed hier zijn werk, ik kon rekenen op de kracht van mijn lichaam en daar ben ik zó dankbaar voor.

Groetjes,

Roxane