Aan haar eerste bevalling hield Machteld op het nippertje geen trauma over. Als ze zwanger is van haar tweede kiest ze vastberaden voor een andere gyneacoloog en een poliklinische bevalling met haar eigen vroedvrouw. ‘Het voelde alsof ik deze zwangerschap zélf in de hand had.’
Mijn tweede zwangerschap is eigenlijk heel vlot verlopen. De eerste 14 weken was ik opnieuw erg misselijk, maar daarna heb ik een veel rustigere zwangerschap gehad dan de eerste keer.
Tijdens die eerste zwangerschap voelde ik me niet op mijn gemak bij mijn gynaecoloog, maar ik durfde niet te veranderen van arts. Gelukkig liet ik me ook begeleiden door een vroedvrouw, die mij bijstond tijdens de arbeid thuis en de bevalling in het ziekenhuis. Dat was maar goed ook: mijn bevalling was heel zwaar en eindigde na een slopende persfase in een vacuümverlossing zonder epidurale verdoving. Als het aan de gynaecoloog had gelegen was de bevalling geëindigd in een keizersnede, maar mijn vroedvrouw protesteerde omdat ze wist dat dit traumatisch zou zijn. Ondanks dat ik fysiek compleet uitgeput was na de bevalling, werd het door haar ingrijpen een positieve en krachtige ervaring waarover we nadien uitgebreid hebben gesproken.
Groot en zwaar
Op 20 weken lag mijn tweede, een jongetje, al met zijn hoofdje naar beneden en zo is hij blijven liggen tot bij zijn geboorte. Wat ons wel zorgen baarde, waren zijn lengte en gewicht. Al snel was duidelijk dat hij waarschijnlijk heel groot en zwaar zou worden, net als zijn zus.
‘Op 37 weken schatte mijn nieuwe gynaecologe hem al op 4 kg. Dat maakte me ongerust: zou ik wel natuurlijk kunnen bevallen met mijn vroedvrouw zoals ik zo graag wilde? Zou ik niet ingeleid moeten worden? Zou ook hij vast komen te zitten tijdens de bevalling, zoals zijn zusje?’
De vroedvrouwen probeerden me telkens gerust te stellen: bij een tweede gaat het altijd makkelijker en ik was al eens natuurlijk bevallen van zo’n grote baby.
De uitgerekende datum naderde en mijn buik werd groter en groter. Ik sliep slecht, moest voortdurend naar het toilet en de zorg voor mijn dochtertje werd alsmaar zwaarder. Toch was ik vastberaden om te proberen alles zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen. Daarom was ik ook bereid om met allerlei truukjes te proberen om de bevalling op gang te laten komen. Zo volgde ik acupunctuursessies bij een vroedvrouw. Tijdens de tweede sessie, een week voor de geboorte, voelde ik al tijdens de behandeling heel veel harde buiken en beweging. Die krampen bleven 24 uur duren, maar daarna stopten ze weer. Voorweeën dus. Maar de rest van de week… niets! Ik werd alsmaar zenuwachtiger.
Op maandag moest ik naar mijn gynaecologe. Een spannend moment, want zij zou op dat moment kijken of het haalbaar was om te wachten tot de bevalling spontaan zou beginnen. Ik wilde absoluut niet ingeleid worden en was vastberaden om te vragen of ik nog tot 41 weken zou mogen wachten. Toen ze me onderzocht, bleek ik gelukkig al 3 centimeter ontsluiting te hebben. Ook de baarmoederhals was bijna volledig verstreken. Wat een opluchting! Ze heeft me gestript en ricinusolie voorgeschreven. Ze was ervan overtuigd dat het niet lang meer zou duren.
Gouden zet
Gelukkig heeft ze ons op dat moment niet verteld hoe zwaar onze zoon op de echo al leek te wegen, want dan zou ik echt in paniek geslagen zijn. Achteraf zei ze dat ze ervan overtuigd was dat de bevalling snel spontaan zou beginnen en dat het geen zin had om ons ongerust te maken. Een gouden zet. Toen ik buiten kwam, was ik helemaal rustig en blij dat ik zeker nog een week mocht afwachten of de baby vanzelf zou komen.
Die namiddag heb ik nog wat geslapen en speelde mijn man met mijn dochtertje, dat de hele namiddag heel vreemd deed. Ze leek boos op mij en daagde ons voortdurend uit, alsof ze voelde dat de baby ging komen.
Rond 16u30 heb ik ricinusolie gedronken en de laatste spulletjes in de koffer gestoken omdat ik ergens aanvoelde dat het wel eens heel snel zou kunnen gaan nu. Van mijn beste vriendin kreeg ik een bericht met de boodschap dat ik erop moest vertrouwen dat het nu wel zou gaan komen. Meteen daarna, rond 22u00, kreeg ik enorme krampen. De buikkrampen leken op weeën, maar waren nog zo onregelmatig dat ik na twee uur besloot om te gaan slapen. Misschien waren het toch gewoon darmkrampen?
Weeën
Om 4u00 werd ik wakker en voelde dat de weeën begonnen waren. Al snel kwamen ze om de drie minuten. Ik ging op de zitbal zitten en probeerde elke wee rustig op te vangen met mijn ademhaling. Mijn man belde naar oma en opa om mijn dochtertje te komen halen. Toen we haar wakker maakten, was ze heel rustig en helder. Ze vroeg of ze nog één keer over mijn buik mocht aaien.
Rond 6u00 kwam onze vroedvrouw aan. De weeën kwamen nu om de anderhalve minuut en ik bleek al 6 centimeter ontsluiting te hebben!
‘We besloten om meteen naar het ziekenhuis te vertrekken. Ik kon de weeën nog goed opvangen en net als vorige keer wandelende ik zelf naar de verloskamer. In de gang ging ik nog even aan mijn mans nek hangen om een wee op te vangen.’
In de verloskamer was het bad al gevuld. Ik ging er meteen in liggen. Dat hielp enorm om de scherpe kantjes van de weeën af te zwakken. Mijn man zat aan mijn zijde en hield mijn hand vast. Mijn vroedvrouw zei telkens weer dat alles in orde was en dat ik het goed deed. Ik voelde me erg rustig. Er kwam verder ook niemand binnen in de verloskamer, we waren daar enkel met z’n drieën. Het was er stil en sereen.
Groggy
Na een tijdje kwamen de weeën sneller op elkaar en deden ze ook veel meer pijn. Ik voelde dat het moeilijkste deel van de bevalling eraan kwam. Mijn vroedvrouw onderzocht me: 8 centimeter! Het laatste randje van de baarmoederhals wilde maar niet verstrijken, en ik bleef een tijdje op 9 centimeter zitten. Ik mocht al wat meepersen, maar dat had nog niet veel effect. Inmiddels had ik echt alle energie nodig om de weeën op te vangen. Ik deed zoveel mogelijk mijn ogen dicht, en sloot me af van de wereld. Tussen de weeën door voelde ik me slaperig en groggy; de hormonen deden hun werk.
Eerst dacht ik om misschien in bad te blijven om te bevallen, maar de ontsluiting vorderde toch wat traag. Samen besloten we dat ik uit het bad zou gaan en op de baarkruk zou gaan zitten. Al snel werd ik erg draaierig, waarop mijn vroedvrouw me naar het bed begeleidde om op mijn zij te gaan liggen. Ik kreeg druivensuiker en kwam wat bij mijn positieven.
‘Toen begon het echte werk. Ik legde mijn rechterbeen telkens op mijn mans schouder als ik moest persen.’
Ondertussen liet mijn vroedvrouw me met haar vinger voelen in welke richting ik moest persen. Die vinger had ik echt nodig, want ik voelde me onzeker: deed ik het wel juist? Enkel wanneer ik met alle kracht die ik had meeperste, kwam er een beetje beweging.
Negatieve gedachten
Op dit punt duurde het naar mijn gevoel veel te lang. Ik was zo moe en de pijn was echt enorm. Ik begon me ook angstiger te voelen en dacht terug aan het punt in de bevalling van mijn dochtertje waarop ze vastzat en iedereen zenuwachtig werd. Maar mijn vroedvrouw stelde me gerust: de baby lag perfect, de hartslag was de hele tijd regelmatig en er was vooruitgang. Het was een gevecht met mijn negatieve gedachten maar het lukte, ook omdat mijn man en vroedvrouw de rust zelve bleven.
‘Pas op 10 centimeter ontsluiting brak mijn water. Bij elke wee moest ik naar adem happen, maar ik voelde steeds beter welke perskracht nodig was om mijn baby te doen bewegen. Ik vroeg telkens hoe lang het nog zou duren, zei dat ik niet meer kon.’
Uiteindelijk ging ik op mijn rug liggen. Ik moest mijn benen onder mijn knieën naar boven trekken bij elke wee en zo hard persen als ik kon. Ik had al mijn mentale kracht nodig om hier door te komen. Het hoofd kwam eraan, maar floepte ineens terug naar achter. Dat was even een moeilijk moment. Maar ik hield vol en wist dat het er nu echt op aankwam alles te geven. Ik voelde mijn baby ook door mijn bekken bewegen; een heel ander gevoel dan de vorige keer.
Mijn vroedvrouw riep een andere vroedvrouw erbij. Het was de vroedvrouw van de acupunctuur, die toevallig aan het werk was. Alweer een bekend gezicht! Mijn man hield één been vast, de andere vroedvrouw het andere en mijn vroedvrouw controleerde het hoofdje en moedigde me aan. Mijn man zei telkens dat hij de haartjes al zag. Dat gaf me zoveel moed.
Na een verschrikkelijk branderig gevoel en heel wat weeën kreeg ik het hoofdje er eindelijk uit! Omdat zijn schouders zo breed waren, moest ik toch nog een aantal keer persen om die eruit te krijgen. Ik wist dat het de laatste loodjes waren en gaf alles wat ik nog in me had. Na een uur en vijf minuten persen en wat trekken en sleuren van mijn vroedvrouw kwam mijn zoontje er dan eindelijk uit met een enorme gulp vruchtwater.
‘Het was 10u45 op de uitgerekende datum, de warmste dag van de zomervakantie.’
Mijn zoontje werd op mijn buik gelegd en was meteen helemaal in orde. Op dat moment kwamen de tranen van de ontlading, ik was echt totaal uitgeput en kon niet geloven dat het me helemaal op eigen kracht was gelukt.
De vroedvrouwen zagen meteen dat onze zoon erg groot was, maar wegen zouden we later wel doen. De assistent-gynaecologe werd erbij geroepen om me te hechten. Ik bleek helemaal niet zo erg te zijn gescheurd als de vorige keer. Een wonder met een hoofd van 37,5 centimeter! Enkel de schouders hadden een kleine ruptuur gemaakt. Niet fijn, maar al tijdens het hechten zocht mijn zoontje gretig naar de borst en voor ik het wist was hij vlotjes aan het drinken, alsof hij nooit iets anders gedaan had!
‘Daarna werd hij gemeten en gewogen. Voor iedereen een shock: 5,150 kg en 56,5 cm!! Mijn vroedvrouw had nog nooit zo’n zware baby ter wereld gebracht, laat staan zonder gynaecoloog en interventies. Ik voelde me zo trots.’
Zelfs mijn gynaecologe kwam even langs, ook al had ze de bevalling niet zelf geleid. Ook zij was onder de indruk. Ik ben haar zo dankbaar dat ze me de dag ervoor niet ongerust heeft gemaakt en mijn wensen gerespecteerd heeft.
Na een nachtje op de materniteit, voelden we ons helemaal klaar om naar huis te gaan. Bij een poliklinische bevalling mag je maar 24 uur blijven en ik wilde ook echt liever naar huis. Thuis volgden de vroedvrouw en de kraamhulp ons verder op en hadden we de rust die we nodig hadden. Ik had het gevoel dat ik de wereld aankon!
Toen mijn dochter op 1 september voor het eerst naar school ging – drie dagen na de bevalling – stonden we met z’n vieren aan de schoolpoort. Wat was ik trots op mezelf, op mijn zoontje, op mijn dochtertje en op mijn man. Hoeveel geluk hadden we dat het zo vlot is gegaan, het lijkt wel een wonder…