Het verhaal van de thuisgeboorte van Cécile, eerste kindje voor haar mama en papa
Vroedvrouw Hanne is zwanger van haar eerste kindje en ziet het helemaal voor zich. Een thuisbevalling in bad, dát wil ze. Maar na 41 weken begint de tijd te dringen.
Ik loop de muren op van ongeduld. Ik ben zes dagen voorbij mijn uitgerekende datum. Als de bevalling niet op gang komt, word ik over acht dagen ingeleid en daar zie ik zó tegen op.
Ik hou gewoon niet van ziekenhuizen. Ik mocht als vroedvrouw al veel bevallingen begeleiden, zowel thuis als in het ziekenhuis. Ik maakte veel mooie ziekenhuisbevallingen mee, maar thuis bevallen lijkt mij persoonlijk toch iets magischer. Het liefst wil ik zo natuurlijk mogelijk bevallen. Een inleiding past daar in mijn hoofd niet bij. Amai, wat ben ik deze dagen gestrest. Ik ben niet bang voor de pijn, maar voor de mogelijkheid dat het niet zal verlopen zoals ik wil. De druk die ik op mezelf leg is hoog, misschien wel te hoog.
Na een peptalk van vriendinnen en mijn collega-vroedvrouwen kan ik het vandaag toch wat loslaten. Ik besluit mijn gedachten volledig te verzetten: ik zet de muziek loeihard en ga mijn badkamer kuisen! Echt kuisen, elk hoekje neem ik onder handen. Daarna reageer ik mij nog eens volledig af op mijn viool (sorry buurvrouw) en vervolgens ga ik te voet naar de yogales: een wandeling van zeven kilometer.
“De yoga doet mij deugd. Ik kom er een lieve mama tegen zonder dat ze het waarschijnlijk zelf weet, geeft deze mama mij zoveel kracht! Toen ik net wist dat ik zwanger was mocht ik haar thuisbevalling begeleiden, en wat deed ze dat knap. Ze straalde echt oerkracht uit, ik bewonderde haar en hoopte dat ik het net zo goed zou doen als zij.”
Na de yogales stap ik vastberaden terug naar huis. Nog eens zeven kilometer. Muziek in mijn oren. In gedachten praat ik tegen mijn baby. Ik vertel hem/haar dat ik er klaar voor ben, maar dat ik het ook wel heel-heel-heel spannend vind.
Na een gezellige avond met mijn vriend kruipen we vroeg in bed. En jawel, de volgende ochtend word ik om 7u00 wakker met weeën! Ze zijn nog heel licht. Maar ze zijn er en ze blijven komen. Yes!
Voor vandaag had ik een afspraak in het ziekenhuis staan. Een monitor en een controle van mijn bloeddruk, die de laatste weken te hoog was. Mijn vriend en ik besluiten om gewoon naar het ziekenhuis te gaan voor de controles.
De monitor is perfect, tot in de laatste vijf minuten de hartslag van de baby plots daalt. Ik schrik, maar kan het ook relativeren, want ik voel al snel terug beweging. De gynaecoloog raadt aan om mijn inleiding een paar dagen te vervroegen. Dat vind ik onzin: het is nu woensdag. Als de baby kan wachten tot komende maandag, is het niet acuut en kan het dus ook wachten tot woensdag. Maar maakt niet uit, want ik heb weeën en ik beval vannacht, zeg ik tegen de vroedvrouw van het ziekenhuis.
Eens thuis doen mijn vriend en ik nog een dutje. Nadien doen we enkele ‘spinningbabies’-oefeningen en luister ik naar mijn hypnobirthing -tracks. De weeën worden niet sterker. Tegen 23u00 valt het zelfs helemaal stil. Teleurgesteld kruipen we in bed.
“Rond middernacht voel ik terug een wee, en wat voor één! Dit was een goeie wee! Meer van dat!”
Bij elke wee voel ik opluchting: fjoew, ze blijven komen! Ze komen snel na elkaar, lastig… Maar hier heb ik opgewacht dus ze geven mij heel veel moed. Mijn lijf is aan het bevallen, mijn lijf kan dit!
Rond 2u00 belt Jeroen mijn collega Elke uit haar bed. Rond 2u30 is ze bij ons. Ik ben goed in arbeid, met golven elke twee minuten. Ik schud en wieg mijn bekken; rechtstaand en zittend op de bal. Een aantal golven vang ik op handen en knieën op, terwijl Jeroen mijn rug masseert. Ik probeer zo rustig mogelijk te ademen, zoals ik leerde in de hypnobirthing-lessen. Om 3u45 heb ik drie centimeter ontsluiting en is mijn baarmoederhals verstreken. Ik ben teleurgesteld. Drie dagen geleden had ik al twee centimeter… Elke raadt me aan een bad te nemen.
Rond 4u00 ga ik in bad. Elke en Jeroen laten mij even alleen. Ik had hen tijdens mijn zwangerschap al verteld dat dit mij waarschijnlijk goed zou doen. Ik kan mij helemaal afsluiten van de wereld rondom mij, zit helemaal in mijn cocon. Ik heb totaal geen besef meer van tijd, maar het is nog donker buiten.
“De weeën in bad worden super heftig en mijn tot nu toe positieve vibe verdwijnt. ‘Ik kan dit niet, hoe doen die andere vrouwen dit, mij lukt het niet, misschien ben ik nog niet klaar om mama te worden…’, gaat het door mijn hoofd.”
Ik vraag me af hoeveel krachtiger dan dit het nog gaat worden. Ik begrijp op dit moment helemaal dat sommige vrouwen om een epidurale vragen. Maar nu een autorit naar het ziekenhuis en naalden in mijn rug zie ik niet zitten, dus blijf ik thuis.
Elke is ondertussen naast het bad komen zitten en moedigt mij aan. Ik voel af en toe een beetje druk maar durf het nog niet uit te spreken. Ik ben bang dat mijn baby een sterrenkijker is, dus ik probeer het drukgevoel te negeren. Elke stelt rond zes uur voor om uit bad te komen, zodat ze me nog eens kan onderzoeken. Ze kijkt serieus. ‘Oei, straks is er helemaal niets veranderd’, schiet het door mijn hoofd. ‘Het is niet goed hè?,’ vraag ik wanhopig. ‘Ssst, ik ben aan het voelen’ zegt ze. Gevolgd door: ‘je hebt acht centimeter’. Ik antwoord iets als ‘Aha, want ik voel het duwen!’ En kort daarna breken mijn vliezen.
Ik voel de adrenaline stijgen. Elke legt alles klaar en Jeroen zet het bevallingsbad op. Mijn collega’s Arlind en Eva en de geboortefotograaf worden opgebeld. Intussen heb ik duidelijk persdrang en duw ik af en toe een beetje mee. ‘Baby kom er uit’, smeek ik.
Tussen de weeën door hoor ik Jeroen vloeken op het bad. ‘Laat het, kom bij mij’, roep ik. Rond 6u40 ben ik echt aan het persen. Ik probeer mij voor te stellen dat het hoofd de grootte heeft van een pingpongbal. Dat krijg ik er wel uit, denk ik. ‘Kom maar baby, ik ben klaar voor jou!’, moedig ik mezelf aan.
Rond 7u00 komen Arlind en de fotograaf toe. Arlind stelt me gerust. Ik ben blij dat ze er is. Even later komt ook Eva toe, mijn bevallingsteam is compleet.
Het persen gaat eigenlijk best wel goed! ‘Amai is dit een eerste kind?’, hoor ik Elke tegen Arlind zeggen. Ze stellen mij gerust en zeggen dat het hoofdje al te zien is. Veel haar! Nu kan ik niet meer ontkennen dat het hoofdje wel degelijk groter is dan een pingpongbal. Het brandt, het voelt alsof ik helemaal ga openscheuren.
Hoe graag ik ook met volle kracht wil persen, ik probeer het zachtjes te doen, om scheuren te vermijden. Het hoofdje wordt geboren en bij de volgende wee komt de rest van het lijfje. Wat een magisch moment. Jeroen barst in tranen uit en ik staar vol ongeloof naar dat kleine mensje op mijn buik. 7u20 is het ondertussen, op vrijdag 10 januari.
“We hebben dit gedaan, mijn lijf heeft dit gedaan! Zo trots en zo verliefd. En dan volgt de verrassing: een meisje! Cécile is er!”
Als ik helemaal ‘afgewerkt’ ben, mag Cécile bij Jeroen huid-op-huid. Dat moet Elke hem geen twee keer vragen. Nog voor haar zin af is, vliegt zijn T-shirt al uit. Ik probeer ondertussen te plassen.
Nadien proberen we Cecile aan de borst te laten drinken. Dit vraagt een beetje geduld, maar lukt uiteindelijk wel!
Elke en Eva ruimen alles op, Arlind vertrekt om huisbezoekjes te doen. Als ook Elke en Eva vertrekken, ziet ons appartement eruit alsof er niets gebeurd is. De zetel waarin ik ben bevallen, ziet er nog net zo uit als voordien.
Wat een ervaring! Bevallen is het zotste dat ik ooit gedaan heb. Het geeft mij, ook weken later, nog zoveel kracht, zoveel vertrouwen in mezelf. En zoveel vertrouwen in alle vrouwen. Dat ik niet meer dezelfde vroedvrouw ben als voordien, dat is zeker.