Verhaal van Chantal (bevalling buiten het boekje)
Dit verhaal dient niet zozeer om aan de wereld te vertellen over hoe daadkrachtig en kundig vroedvrouwen wel zijn, maar eerder om jullie mee te nemen in hoe krachtig de intuïtie van een barende vrouw kan zijn.
De vrouw in kwestie (we zullen ze Emma noemen) had een eerste traumatische bevallingservaring opgelopen en stond nu voor haar tweede zwangerschap volop in haar vertrouwen. “Deze keer kan en zal ik het zelf doen”, geeft ze mee aan Chantal. Ze woont tot ver in haar zwangerschap in Letland dus Chantal moet op het einde nog zoveel mogelijk informatie zien te verzamelen om het dossier in orde te krijgen. Als Emma op 36 weken in België aankomt, blijkt de baby in stuit te liggen. Er is nog vanalles op touw gezet om de baby te doen draaien, maar tevergeefs.
Ook al woont ze met haar man en oudste zoontje in de buurt van Erpe-Mere, ze wil toch graag door Chantal opgevolgd worden en met haar als doula in een ziekenhuis op een uurtje rijden, bevallen. Ze vertrouwt Chantal en gelooft ook heel hard in zichzelf. Chantal heeft echter een donkerbruin vermoeden dat Emma te laat zal zijn in het ziekenhuis. Ze spreekt dat ook effectief uit naar Emma toe en geeft aan dat ze niet voor een voldongen feit gesteld wil worden.
Als de arbeid begint, is Chantal samen met tientallen andere vroedvrouwen op het Birthmatters weekend in De Kluis. We zijn allemaal net aan het luisteren naar een prachtig en inspirerend verhaal over een geboorte bij een indiaanse vrouw. Niet wetende dat ook zij getuige zal zijn van een heel bijzonder geboorteverhaal. De weeën vallen weer stil maar Chantal rijdt toch naar huis. Niet veel later belt de man van Emma terug om te zeggen dat ze met z’n drieën de auto in stappen en de afspraak is dat ze zullen bellen als ze op 20 min van het ziekenhuis zijn zodat Chantal dan ook naar het ziekenhuis kan rijden.
Onderweg wordt het gezin geconfronteerd met file én breken de vliezen spontaan in de auto. Maar ze laten het na om dat aan Chantal te melden. In plaats van naar het ziekenhuis te rijden, slaat de man af en rijdt naar Chantal thuis. Terwijl zij zit te wachten op een telefoontje om in haar auto te springen, staat plots die man voor haar deur. “Ik krijg Emma niet uit de auto want ze heeft persdrang”. Chantal is even in paniek en weet niet wat ze moet doen. Terwijl Emma met veel moeite uit de auto klautert, ziet Chantal het meconium zo langs haar benen naar beneden lopen. Emma strompelt naar Chantal toe, kijkt haar recht in de ogen en zegt: “Ik kan dat! Jij kan dat! En wij gaan dat samen doen!”
Op dat moment daalt er een soort van rust over Chantal heen, alsof er een warme en krachtige mantel over haar heen gelegd wordt. Geen angst, geen paniek meer…helemaal in het volste vertrouwen. Dat is wat er gebeurt als een vrouw in haar kracht blijft en zo het wederzijdse vertrouwen tussen barende vrouw en vroedvrouw voedt. Ze begeleidt Emma mee naar haar geboortehuis met achter hen een heel meconiumspoor. Ze belt de ambulance met de melding dat er een stuitgeboorte zal gebeuren in het geboortehuis en dat er een dokter moet meekomen voor het geval er assistentie nodig is.
In de wachtzaal zit de vader met hun oudste zoontje en ze horen de mama duwen met het bijhorende persgeluid. “Mama doet de Haka”, zegt hun zoontje verwonderd. En dan ziet hij kaka komen bij de mama “Mama doet ook kaka!” zegt hij verbaasd. Het stuitje wordt vlot geboren, het lijfje ook maar de armen blijven opgeslagen. Chantal ziet de baby gaspen. Heel even komt er terug angst in haar hoofd. Die regel “je blijft van een stuit af” spookt door haar hoofd. Ze maant zichzelf aan om in haar vertrouwen te blijven. Haar gevoel zegt om wel iets te doen. Ze haalt het linkerarmpje af. Daarna ook het rechterarmpje waarna het hoofdje spontaan volgt.
De baby ziet bleek en heeft rode lippen, maar doet verder niets. Alsof hij flauw gevallen is. Hartslag is wel goed. Ze geeft een paar insufflaties en dan wordt Emma precies klaarwakker: ze neemt het kind in één ruk bij zich en klemt hem stevig vast. Instinctmatig neemt Chantal het hoofdje van de baby vast en geeft twee mond-op-mondbeademingen. Ze spoort de papa ook aan om dichterbij te komen en de naam van zijn zoontje te zeggen, om hem aan te spreken met zijn naam. “Silver!”, zegt hij. Het is alsof de levensadem in de baby geblazen wordt… Silver komt helemaal bij. Iedereen blij en opgelucht. Pas op dat moment, als alles gestabiliseerd is, komt de ambulance aan, zonder dokter evenwel. Eind goed, al goed. Wat een rollercoaster is dat geweest… Er gaat dan zoveel door je hoofd als vroedvrouw. “Heb ik wel alles gedaan wat ik moest doen?”. “Wat als? “ Maar ook: hoe krachtig was dat vredig gevoel als je in je vertrouwen kunt blijven!
Chantal had verloskamer al verwittigd dat Emma in arbeid was en als ze belt om te melden dat ze bij haar in het geboortehuis bevallen is, heerst er eerst wel wat verontwaardiging en ongeloof. Ze geeft hen mee dat het uiteraard niet de bedoeling was maar dat moeder en kind het goed stellen nu.
De volgende ochtend belt de gynaecoloog haar op en zegt schertsend: “Wordt dat nu de regel dat jij de stuiten thuis gaat doen?”. Chantal vertelt hem het hele verhaal en hij eindigt het gesprek met de bemoedigende woorden: “Jij hebt dat goed gedaan, dikke proficiat!”