Over de postnatale periode wordt in onze maatschappij vrij weinig gesproken. In de collectieve verbeelding domineren twee tegengestelde beelden: “het is allemaal roze” of “het is allemaal zwart”. Maar als er één ding is dat je moet weten over het postpartum, dan is het dat die bestaat uit een breed palet van kleuren, die elkaar soms overlappen.
Picture by Karen Van Lierde
Een jonge moeder kan zich bijvoorbeeld tegelijkertijd heel gelukkig voelen omdat ze haar pasgeboren baby tegen het hart kan drukken, maar ook heel verdrietig omdat ze hem niet langer in haar buik draagt. Evenzeer kan ze zich én trots voelen omdat ze een wonderkind op de wereld heeft gezet én zich schuldig voelen omdat ze denkt dat ze het niet zo goed doet als de moeders in tijdschriften. Dit zijn slechts kleine voorbeelden van de verschillende emoties die je als jonge ouder kunt voelen. Wat vooral opvalt als je ze van dichtbij bekijkt, is hun intensiteit. Zo intens zelfs dat je je soms afvraagt: is dit normaal? En hoe ga ik ermee om?
Wat moeilijke emoties betreft, worden de donkerdere kleuren op het palet vaak aangeduid als “babyblues” en “postpartum depressie”. Wij schetsen ze hier in grote lijnen om je een paar aanknopingspunten te geven.
Iedereen heeft wel gehoord over de babyblues. Die wordt vaak voorgesteld als een normaal, zelfs verplicht onderdeel na de bevalling; een enorme tranencrisis veroorzaakt door hormonen. Maar wat is het echt?
‘Je kunt inderdaad stellen dat de babyblues een normale ervaring is voor een pasbevallen vrouw.‘
Onafhankelijk van hun persoonlijkheid, het verloop van de bevalling en de gezondheidstoestand van de baby, maakt zo’n 50 tot 80 procent van de vrouwen over de hele wereld (1) deze moeilijke toestand door. In de eerste drie tot tien dagen na de geboorte van de baby is het dus normaal dat je je moe voelt, een lege maag hebt en prikkelbaar bent. Lachen kan in enkele seconden omslaan in een huilbui, je kunt het gevoel hebben niet in staat te zijn om met een zware verantwoordelijkheid belast te worden en je kunt je eetlust, slaap en concentratie verliezen.
Wat is er normaler na negen maanden onderdak te hebben gegeven aan een klein wonder in wording, na de intensiteit van een bevalling te hebben meegemaakt en degene in je armen te hebben verwelkomd van wie je de rest van je leven moeder zult zijn?
De emotionele, psychische, relationele, generationele en lichamelijke veranderingen die al deze veranderingen met zich meebrengen zijn genoeg om je soms draaierig te maken.
De babyblues aan de hormonen toeschrijven is dus een beetje een vereenvoudiging van de werkelijkheid: de postnatale hormonale veranderingen creëren een gunstige omgeving voor het uiten van emoties, maar zij zijn niet de echte oorzaak van deze explosie van kleuren.
‘De babyblues aan de hormonen toeschrijven is dus een beetje een vereenvoudiging van de werkelijkheid.‘
Het belangrijkste om te onthouden is het woord “kruisen”, omdat de babyblues een overgangstoestand is. Het kan zeker zeer intens zijn, maar over het algemeen duurt deze fase niet langer dan 24 tot 48 uur of misschien een paar dagen, maar nooit langer dan twee weken.
Als er factoren zijn die de kans op een babyblues vergroten (eerste baby, tweeling, sociaal isolement, slaaptekort, enz.), is het ook mogelijk om die te voorkomen of in ieder geval positief te begeleiden.
‘Bereid al tijdens de zwangerschap je postnatale ondersteuningsnetwerk voor: wie kan er regelmatig een lekkere kleine maaltijd brengen die je alleen maar hoeft op te warmen?‘
Wie zorgt er voor het huishouden terwijl jij en je baby slapen? Wie zorgt er voor de oudere kinderen als jij een moeilijke nacht hebt gehad? Wie kan je steunen als je twijfelt over borstvoeding? Slaap, de steun van mensen om je heen en de steun van professionals zijn de beste preventie. Overweeg om zoveel mogelijk taken te delegeren zodat je lichaam tijd krijgt om te rusten, je geest om op te laden en de band met je baby zich kan ontwikkelen. Het is ook een goed idee om mensen op te zoeken die kunnen luisteren zonder oordeel, en die je toestaan om de meest ambivalente emoties te uiten zonder dat jij je schuldig hoeft te voelen over wat je voelt op dit intense moment in je leven als vrouw.
Minder bekend is de postnatale depressie. Deze vorm van depressie is namelijk vaak zeer moeilijk vast te stellen. Het wordt ook wel “de lachende depressie” genoemd, omdat veel moeders die eraan lijden, dit niet durven te laten zien. In onze maatschappij hoor je vaak zeggen dat “het enige dat telt is dat het goed gaat met de baby”. Maar daardoor is het moeilijk om minder rooskleurige gedachten te uiten wanneer je ouder bent geworden van een mooie, gezonde baby. Mensen in je omgeving zullen de neiging hebben om jou snel gerust te stellen, wanneer je als jonge moeder ongerust of verdrietig bent. Zelfs als het goed bedoeld is, werkt deze reactie als het leggen van een deksel op een pot met kokend water, of zelfs het aanwakkeren van de vlam. Doordat de omgeving niet in staat is de nood van de moeder te horen, nemen ze het risico haar met een flinke dosis schuldgevoelens weg te sturen (zij is “niet eens in staat” zich te verheugen).
Picture by Karen Van Lierde
Het is dus uitermate belangrijk dat een pas bevallen vrouw weet dat zij mensen om zich heen heeft die naar haar kunnen luisteren en haar kunnen begeleiden wanneer zij aanhoudende angst, verdriet, uitputting, ontmoediging, gevoelens van onbekwaamheid of schuld ervaart.
En als je zulke mensen niet in je naaste omgeving hebt, zijn er gelukkig psychologen, maar ook vroedvrouwen, die je woorden en emoties in alle welwillendheid kunnen opvangen. Het is de moeite waard om daar al tijdens de zwangerschap naar te informeren (2).
‘Als er één ding is dat je moet onthouden over postnatale depressie, is het om woorden te gebruiken: durf het te zeggen, durf het te horen en ernaar te luisteren, durf het te verwelkomen om het geleidelijk aan tot rust te brengen.‘
Moeders die eraan lijden, hebben veel aanwezigheid en steun nodig om de overgang te vergemakkelijken, de band met hun baby te weven en te voorkomen dat ze wegzakken in de diepste duisternis.
Bronnen
(1) De cijfers en de inhoud van dit artikel zijn grotendeels geïnspireerd op de opleiding “Baby-Blues, Postpartum Depression, Puerperal Psychosis and Parental Burnout” die in juni 2020 werd voorgesteld door Sandrine d’Huart, een psychologe gespecialiseerd in perinatale zorg en ouderschap.
(2) Enkele voorbeelden van bronnen:
- Sandrine d’Huart, perinataal- en opvoedingspsychologe
- Livre « Le quatrième trimestre de gestation » par Ingrid Bayot, sage-femme
- Nouages : accompagnement périnatal en santé mentale proposé par le service de santé mentale « Le chien vert »
- Website van de Beroepsunie van Verloskundigen van België: tabblad “een vroedvrouw vinden”