Niet alleen lichamelijk verandert er veel tijdens en na de zwangerschap. Ook mentaal krijg je heel wat te verduren. Geen paniek: dat is heel normaal.

Picture by Anton Darius

Ze bestaan: intens tevreden baby’tjes en ouders die op een roze wolk zitten en smoorverliefd zijn op hun engeltje. Maar veel vaker ervaren jonge ouders dat die roze wolk een broze wolk blijkt. Vreugde kan soms snel omslaan in verdriet of onzekerheid, opwinding in stress. Verkleurt jouw wolk van tijd tot tijd? Dat is heel normaal.

Een kind krijgen verandert je leven voorgoed, ook op manieren die je vooraf niet had voorzien. Je gaat een nieuwe levensfase in, en geen enkele fase in je leven is alleen maar leuk. Dat geldt ook voor kinderen krijgen. Ga maar na: er komt een bevalling bij kijken, pijn, borstvoeding, weinig slaap. Die ongemakken maken het niet makkelijk. 

Bovendien veranderen de hersenen van de moeder tijdens de zwangerschap en daarna (bij vaders eens de baby geboren is trouwens ook). Tijdens de zwangerschap vergroten de volumes grijze massa in de hersenen in het gebied van de sociale cognitie, zo weten we uit hersenscans. De hersenen van vrouwen met en zonder kinderen zien er zelfs anders uit! Als je je een beetje angstiger en kwetsbaarder voelt is dat dus niet raar. Zelf had ik dit ook wanneer ik met een dikke buik in de metro zat, of ’s avonds alleen op straat liep. Het hoort erbij: dit mechanisme zorgt ervoor dat we onze kinderen beschermen.

Donderwolk

Er zijn veel vrouwen (maar ook mannen) die tijdens de zwangerschap op een roze wolk wegdromen, maar na de geboorte dat gevoel plots kwijt zijn. Bij anderen verschijnt soms plots een donderwolk: het ene moment is het fantastisch, het andere wil je je baby wel uit het raam gooien.

Dat klinkt heftig, maar het is de realiteit. Dat besef kan gepaard gaan met een schuldgevoel of een gevoel van falen.

“Ouders denken ‘Ik wilde een kind en nu wil ik het opeens niet (altijd)’ of ‘Ik heb hiervoor gekozen dus ik moet het wel leuk vinden’”

Je voelt je misschien alleen met dit soort gedachten, maar veel ouders hebben dit. De meerderheid van de jonge ouders heeft het wel eens lastig tijdens de zwangerschap en in het eerste jaar na de geboorte van hun kind.

Vaak is het een teken van overbelasting; je hebt het gevoel dat je niet meer als persoon op zichzelf bestaat, maar alleen als verzorger van je baby. Maar hey, niemand kan 24 uur per dag, zeven dagen per week in zijn eentje voor een kind zorgen. Daar zijn we als mens niet op gemaakt. Om een kind te maken zijn minstens twee mensen nodig, om het te laten opgroeien een hele gemeenschap. Dat gold vroeger en dat is nog steeds zo.

Kat J
Picture by Kat J

Het verschil is dat de vangnetten in onze individualistische samenleving vaak minder groot en minder stevig zijn. Gezinnen zijn kleiner, families wonen verder van elkaar. Als tiener kregen de meesten van ons niet nog een broertje of zusje. Vaak worden we pas als we zelf een kind krijgen voor het eerst geconfronteerd met naweeën van de bevalling (letterlijk en figuurlijk). Slapeloze nachten, de inspanning die borstvoeding geven vraagt, de moeilijkheden die daarbij kunnen komen kijken, de permanente zorg die een pasgeborene nodig heeft.

“In die grote gezinnen van vroeger was echt niet alles beter, maar er werd in de kraamtijd wel gekookt en gepoetst door familieleden, er werd mee gezorgd en opgevoed.”

En vooral: jonge ouders wisten beter wat hun te wachten stond. Ze hadden een realistischer beeld van de zorg voor kinderen omdat zij het allemaal al van dichtbij hadden meegemaakt. Bedenk maar eens waardoor jouw beeld van zwangerschap en kraamtijd is gevormd. Waarschijnlijk door verhalen van je eigen moeder en vriendinnen, maar ook films en tv-programma’s, instamoms wellicht.

Somber na een geslaagd fertiliteitstraject

In mijn werk als ‘broedvrouw’ begeleid ik koppels die met moeilijkheden en vragen kampen voor en tijdens de zwangerschap, maar ook na de geboorte. Ook zie ik ook regelmatig stellen die een baby hebben gekregen na een lang fertiliteitstraject. Zij hadden verwacht dolgelukkig te zijn. Jarenlang hebben ze gefocust op het krijgen van hun baby en al die tijd hebben ze gedacht: als de baby er is, is alles beter. Maar wanneer hun kind is geboren merken ze soms: shit, nee, ik ben niet gelukkig terwijl dat wel zou moeten zijn. 

Zulke emoties zijn heel normaal. Als dit voor jou geldt: jullie hebben waarschijnlijk een heel traject afgelegd met hormoontherapie, moeten vrijen op commando, onzekerheid of het ooit gaat lukken. Jullie zijn kortom psychisch enorm uitgedaagd en mentaal op de proef gesteld. Het is dus niet gek als de rek er soms even uit is, of als jullie batterij leeg is. Zeker omdat er lang niet overal psychologische begeleiding is voor koppels in fertiliteitstrajecten.

Wat jouw verhaal ook is, als je het mentaal lastig hebt is het van belang om hulp te organiseren in je omgeving. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat sociale steun de beste bescherming biedt tegen psychische problemen. Dat kan over praktische, eenvoudige dingen gaan: maaltijden koken, even oppassen, boodschappen doen, de was plooien, maar ook over bij iemand terecht kunnen om je verhaal te doen of een schouder om op uit te huilen…

Corona maakt hulp vragen lastiger, maar niet onmogelijk

Natuurlijk, de huidige omstandigheden helpen niet. Corona maakt vrijwel alles in het leven lastiger. Het was zelden zo moeilijk om een beroep te doen op dat ‘dorp’ bij de verzorging en opvoeding van je kind(eren). 

Toch kan er nog steeds van alles: vraag iemand om boodschappen of een ovenschotel aan de deur te zetten. En soms moet je er echt even uit in je eentje (of als koppel). Als je bang bent voor een corona-besmetting kun je ook vragen of iemand in een aparte kamer van jullie huis op de babyfoon kan letten, zodat jij even naar buiten kan. Mijn tip daarbij is: baby gevoed betekent vertrekken. Niet nog een pamper verschonen, kleertjes veranderen. Dit kost allemaal tijd en die is er met een kleine baby bijzonder weinig.
Dat kan spannend zijn, dat begrijp ik.

“Het is een leerproces om je baby achter te laten, al is het maar tien minuten.”

Mijn advies is om dan kleine stapjes te zetten: tien minuutjes wandelen in je eigen buurt, bijvoorbeeld. Bewegen in direct daglicht, daar knapt een mens van op. Maar na zo’n korte pauze ben je niet op slag weer opgeladen, verwacht dat dus ook niet van jezelf. Je gaat je niet opeens een herboren mens voelen. En al leer je loslaten, de bezorgdheid over je kind zal nooit meer helemaal verdwijnen, weten ouders met oudere kinderen.

Vince Fleming
Picture by Vince Fleming

Je kunt ook jezelf helpen door op het moment dat je baby slaapt iets voor jezelf te doen. Dus niet: achterstanden inhalen, de keuken opruimen of de vloer dweilen. Ik weet het, dat kan ook deugd doen. Maar blader eens tien minuten in een tijdschrift, of ga tekenen, als je daarvan houdt. Geen inspiratie voor zulke korte momenten?
Dit lijstje maakte ik aan het begin van de eerste corona-lockdown

Over de auteur

Dr. An-Sofie Van Parys studeerde vroedkunde, sociale agogiek, seksuologie en psychotherapie. Ze werkte enkele jaren in de jeugdzorg en schreef een doctoraat over partnergeweld. Ze werkt als seksuologe en psychotherapeute in vroedvrouwenpraktijk Zwanger in Brussel en in het OLV ziekenhuis van Asse. Daar begeleidt ze vrouwen en koppels met psychische, relationele of seksuele problemen gelinkt aan zwangerschap en bevalling. Daarnaast is ze coördinator van het project Perinatale Mentale Gezondheid in het U(Z)Gent en doet ze als postdoc onderzoek doet naar mentale gezondheid in de periode van zwangerschap tot en met het eerste jaar na de geboorte. Eerder deed ze o.m. onderzoek naar keizersneden en angst voor de bevalling.