Hoe interpreteer je als vroedvrouw de talloze signalen die moeder en baby geven tijdens de arbeid? 

Lieve Huybrechts | Vroedvrouw op rust

Inleiding 

Het volgen van een vrouw tijdens een fysiologische arbeid en geboorte is boeiend. Wanneer zij zich veilig, geborgen en gekoesterd voelt, zal ze zich vrij bewegen en met heel haar lichaam, doen en zijn, vertellen wat er in haar lichaam gebeurt. Een ervaren vroedvrouw kan haar signalen lezen en interpreteren om zo te begrijpen hoe de geboorte verloopt. De huidige medische benadering van het opvolgen van een arbeid met een vaginaal onderzoek, bijna als enig oriëntatiepunt, schiet tekort en zorgt voor onnodige interventies en verkeerde diagnoses zoals een niet-vorderende arbeid. Daarvoor moet de vroedvrouw een diepe kennis hebben over de fysiologie, niet enkel door studie, maar vooral door het mee te maken. Door de kans te hebben gewoon bij een moeder te zijn die bevalt, samen met een ervaren vroedvrouw die haar duiding kan geven. Als vroedvrouw krijgen we van de vrouw veel aanwijzingen. Er zijn wel voorwaarden om die te kunnen zien en te herkennen:

  • De vroedvrouw moet echt aanwezig kunnen zijn bij de vrouw, niet gestoord door andere taken.

  • De vrouw moet zich zowel in de omgeving, als met de vroedvrouw die erbij is vertrouwd genoeg voelen om zich te kunnen laten gaan
    in haar stroom van hormonen. De vrouw mag niet gestoord worden in de flow van haar arbeid.

  • De vroedvrouw moet kennis hebben van de normale fysiologie. Niet alleen de theoretische, maar ook de praktisch kant door de gelegenheid te hebben om bij vele bevallende vrouwen gedurende heel de arbeid en geboorte te zijn en mee te gaan in haar verhaal, zonder handelingen te moeten stellen. “The watch full attendance” zoals De Jonge et al. (2021) beschrijft. Door die diepe kennis weet de vroedvrouw hoe ze de fysiologie bij de geboorte kan ondersteunen en faciliteren zonder het proces te storen.

  • De vroedvrouw is gefocust op de vrouw met al haar zintuigen: kijken, luisteren, ruiken, voelen en intuïtie om de signalen te lezen. Daarvoor moet je als vroedvrouw de kunst verstaan om rustig en ontvankelijk te zijn in plaats van druk bezig in het doen. Michel Odent (2004) beschreef de breiende vroedvrouw, die rustig aanwezig is, geholpen door de repetitieve handeling die haar intuïtie
    helpt verscherpen.

  • De vroedvrouw weet ook dat vrouwen onvoorstelbaar en onvoorspelbaar zijn, waardoor elke vorm van assessment inaccuraat kan zijn en dat individuele vrouwen niet de verwachte signalen geven.

Het is boeiend om als vroedvrouw telkens weer de puzzel te leggen door ten volle aanwezig te zijn bij de vrouw. De signalen die verder beschreven worden zijn een algemene gids en gelden enkel voor een fysiologische, ongestoorde geboorte. Het is veel moeilijker van toepassing op vrouwen waarbij ingegrepen is op de fysiologie, zoals o.a. bij een inleiding van de baring en epidurale verdoving. Zij zullen heel anders reageren en veel minder signalen geven omdat hun hormonale werking totaal anders is (Birthmatters, 2024).

 

Een kennismaking met watchful attendance

 

Tijdens een geboorte zat ik meestal naast de student die meeliep in onze praktijk. Zij had dan een notitieblokje waarop ik vragen stelde om haar te

leren kijken, voelen, ervaren met al haar zintuigen. In stilte, om de vrouw niet te storen beantwoordde de student die vragen schriftelijk en zo kon ik

verder bouwen aan haar inzicht. Wat mij dan dikwijls verwonderde is dat een student het moeilijk vond om een zo bijgewoonde bevalling te registreren als een geboorte die zij begeleid had. Zij kon weinig aankruisen van acties die ze ondernomen had, de moeder ving dikwijls ook zelf het kindje op en wij zaten erbij en mochten meegenieten van dat moment. Het duurde soms een tijdje voor een student zich realiseerde dat ze zo veel meer bijgeleerd had dan wanneer ze heel de tijd bezig geweest was met dingen te doen.

 

Laatste weken van de zwangerschap

Reeds in de zwangerschap kan je als vroedvrouw herkennen dat een vrouw in ritmes leeft. Dit valt buiten de scope van dit artikel, maar is zeker ook heel interessant om van nabij te bekijken. In de laatste weken, dagen, uren voor de geboorte gaan door een snellere wisseling van hormonen die ritmes versnellen en zie je momenten van meer activiteit, zowel door de baarmoeder als door de vrouw zelf in haar gedragingen, afgewisseld met rustpauzes waarin schijnbaar niets gebeurt. Deze rustpauzes heeft de vrouw nodig om alles wat er verandert te kunnen integreren, wat haar lichaam en zenuwstelsel geleerd heeft op te nemen en te verwerken. De pauzeperiodes zijn dus heel belangrijk om tot zichzelf te komen, te leren en te evolueren. De vroedvrouw moet echt aanwezig kunnen zijn bij de vrouw, niet gestoord door andere taken.

 

Wat merk je als vroedvrouw

  • Er komen periodes met meer baarmoederactiviteit. Soms worden die als pijnlijk erva ren, maar ze zijn onregelmatig in frequentie en duur en tussendoor kunnen dagen zitten van rust.

  • De vrouw voelt zich moe door hun lichaam dat zo gegroeid is, ze wordt ongeduldig en willen op die momenten dat de geboorte snel zal beginnen.

  • De vrouw ervaart veel stemmingswisselingen: van vrolijk en vol energie naar vermoeid en in zichzelf gekeerd. Hier merk je dat
    sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel beurtelings domineren om haar te helpen een plaats te zoeken en voor te bereiden waar ze wil bevallen, terwijl ondertussen haar lichaam zich ook klaarmaakt om in arbeid te gaan, om te gaan met de pijn en kracht van de geboorte, om te gaan moederen, om borstvoeding te geven.

  • Haar bekken wordt flexibeler waardoor ze soms minder mobiel wordt en een specifieke manier van wandelen heeft. Ze merkt dikwijls meer vaginaal verlies omdat de baarmoederhals en de vagina zich ook voorbereiden op de geboorte. De vrouw heeft behoefte aan persoonlijke gesprekken met haar vroedvrouw, ze zoekt naar bevestiging en verbinding. Ze geniet van massages en zachte aanrakingen.

  • Er kunnen dagen zijn zonder merkbare activiteit of verandering waardoor het lijkt of de geboorte nooit zal plaatsvinden. Die mo-
    menten van activiteit en rust zullen zich sneller en sneller gaan afwisselen naargelang de zwangerschap dichter naar zijn einde komt
    tot het ritme zich frequenter en duidelijker laat voelen en stilaan overgaat in de echte arbeid.

 

Vroege arbeid

In de vroege arbeid zal de vrouw actief zijn, opgewonden dat het bijna zo ver is. Ze is helder en aanspreekbaar, wil nog last minute informatie
en overlopen of alles klaar is voor de geboorte. Ze zal haar nest helemaal klaar willen maken en betrekt hierin nog heel de buitenwereld. De baarmoeder zal veel merkbaarder samen trekken en een ritme zoeken. Ook hier kunnen periodes zijn dat alles weer rustig wordt. Dat geeft haar de tijd die ze nodig heeft om de veranderingen te integreren en te verwerken. Het is een wisselspel tussen de twee delen van haar zenuwstelsel: (1) het sympathische dat haar actief en denkend houdt; (2) het parasympatische dat haar in de rust brengt en in het dieper deel van haar instinctieve brein dat haar toont hoe ze moet bevallen. Een vroege arbeid dient om een plaats of plek te vinden
waar het parasympatische zenuwstelsel kan overheersen. We hebben daarvoor het sympathische zenuwstelsel nodig om te helpen om die plaats te vinden Als dan het parasympatische zenuwstelsel kan gaan domineren kan de oxytocine vrijkomen, het hormoon dat zorgt voor de weeën. Als de contracties stilaan sterker worden begint een vrouw beta-endorfines vrij te geven, in een langzame en gestage opbouw. De beta-endorfines en oxytocine samen creëren de drang om een nest te maken en een veilige en afgezonderde plaats te vinden om te baren.

 

Wat merk je als vroedvrouw

  • De vrouw heeft, vooral als het een eerste kindje is of wanneer haar keuzes rondom geboortebegeleiding anders zijn dan vorige bevalling, behoefte aan een gesprek. Zij staat nog open voor informatie en heeft zelf nog vragen.
  • Ze kan opgewonden zijn en ook haar angst onder woorden brengen, afgewisseld met periodes van rust en vertrouwen. Dit is de afwisseling tussen het sympathische en parasympatisch zenuwstelsel.
  • Zij maakt haar omgeving rondom zich klaar met de dingen die ze graag rondom zich heeft tijdens de geboorte. Ze wil nu echt dat alles klaarstaat voor de geboorte (favoriete muziek, bad, kaarsjes, zachte kussens) en iedereen bereikbaar die ze bij zich wil hebben.
  • Ze kan melkverlies hebben.
  • Er kan meer vaginaal slijmverlies zijn en soms zie je ook de ‘tekenen’, een slijmprop met wat bloed erin.
  • Ze is opgewonden en wil graag delen met anderen dat de geboorte dichterbij komt en ze zal nog zorgen voor de mensen in haar buurt en maakt graag een theetje voor de vroedvrouw (als ze de vroege arbeid thuis doorbrengt).
  • Ze is nog goed beweeglijk maar voelt dat haar bekken losser zit.
  • Het kindje beweegt actief.
  • De baarmoeder trekt veel voelbaarder en soms al pijnlijk samen, nog onregelmatig in frequentie en sterkte. Tijdens een wee kan ze in het begin nog praten, naargelang ze sterker worden zal ze even zwijgen als ze een contractie heeft en al even haar ogen sluiten.
  • Wanneer de vrouw echt stress ervaart zullen de weeën ook weer stoppen tot ze zich weer ongestoord voelt. Bijvoorbeeld: de grootouders komen de andere kinderen ophalen, de vroedvrouw komt aan, tijdens de rit naar het ziekenhuis als ze daar wil gaan bevallen. De arbeid komt terug op gang wanneer ze zich weer veilig genoeg voelt waardoor het parasympatisch zenuwstelsel weer de teugels in handen kan nemen. Dat kan soms enkele uren tot dagen duren.
  • De baarmoederhals zal zich verder voorbereiden door korter en zachter te worden.
  • De moeder kan gemakkelijk rondwandelen en is nog mobiel. Ze voelt dat haar bekken losser zit, maar nog voldoende evenwichtig en stabiel om haar te steunen.
 

Fase van de cocon

Vanuit de vroege arbeid komt de vrouw terecht in een regelmatiger ritme van weeën die stilaan intenser worden. De vrouw zal meer en meer in zichzelf keren, haar omgeving verdwijnt in een mist en de tijd wordt onbestaande. Ze leeft van wee, naar rust en naar de volgende wee. De vrouw is zich van geen tijd meer bewust. Haar instincten komen boven. Ze verliest het gevoel voor culturele normen, trekt zich niet meer aan van hoe ze zich gedraagt en hoe anderen haar kunnen zien. De baby zoekt zijn weg door het bekken door te draaien en naar beneden in het bekken te bewegen. Het bekken wordt onstabieler en de vrouw zal haar bewegingen ernaar aanpassen. De vliezen kunnen breken als de baarmoeder zich opent en de druk op het vruchtwater vergroot.

 

Wat merk je als vroedvrouw

  • De contracties worden sterker en regelmatiger, maar niet altijd frequenter. Tijdens de pauzes kan de vrouw in slaap vallen.
  • De vrouw heeft geen behoefte meer aan informatie. ze is in zichzelf gekeerd, in haar eigen wereld en maakt geen of weinig oogcontact meer. Ze ziet er bleek en stoned uit en schermt haar ogen af door een doek of verbergt het in een kussen of achter haar haar.
  • Ze schermt zich af van de buitenwereld, maar heeft graag iemand vertrouwd bij zich. Zachte aanrakingen, wiegen helpen haar.
  • Ze voelt instinctief wat ze nodig heeft. Ze zal erom vragen, maar alle vormen van beleefdheid verdwijnen als ze zich veilig voelt.
  • Ze is vertraagd en reageert maar langzaam wanneer ze aangesproken wordt en zal niet spreken tijdens een contractie. Haar communicatie is to the point en kort, zonder plichtplegingen: “dorst”, “water”, “koud”, “hand”, “weg”…als ze gestoord wordt, zal ze de pijn als veel intenser ervaren. Perioden van koude rillingen wisselen af met warmteopwellingen. Ze gebruikt een warm deken of sjaal om zich te bedekken als ze koud hebben en smijt het van zich af als ze weer te warm krijgt. Ze heeft weinig behoefte aan eten. Als ze zich hongerig voelt zal ze dat aangeven, maar meestal heeft ze genoeg met een paar hapjes. Ze zal regelmatig slokjes drinken vragen.
  • Haar gekozen muziek kan haar helpen diep te focussen, maar diep in de arbeid zal de muziek veel minder belangrijk worden en zal ze niet meer merken als die gestopt is of als de kaarsjes uitgaan.
  • Veel vrouwen maken geluid. Ze kreunen of zuchten. Haar stem dient om haar roes te verdiepen en als uitlaatklep voor spanningen.
  • Tijdens deze fase zijn er nog geen diepe geluiden. Het zijn meer monotone geluiden op dezelfde toonhoogte. Ze verliezen hun schaamtegevoel en willen niet gehinderd worden door kleding. Haar culturele normen en overtuigingen vervagen en dikwijls zie je een totaal andere vrouw verschijnen: een anders verlegen vrouw trekt al haar kleren uit en heeft hier geen probleem mee. Vrouwen die normaal heel verbaal zijn worden heel stilletjes, anderen die normaal heel stil zijn worden luid. De baby kent periodes van activiteit en rust. Hij zoekt een houding die hem helpt de weg naar buiten te zoeken. De moeder zal daardoor haar bewegingen en houdingen veranderen. Ze wil iets of iemand vasthouden als ze staat of wandelt want het hoofdje van de baby zorgt voor meer druk op de gewrichten. Ze zal niet meer op haar stuit kunnen zitten.
  • Haar bewegingen en geluid zullen instinctief en ritmisch zijn.
  • Ze zoekt bewegingen en houdingen die haar helpen om te gaan met de weeën. Ze luistert naar de signalen die haar lichaam en de baby haar geven. Ze zal steun zoeken als ze rechtop gaat staan.
  • Als de baby diep in de baarmoederhals begint te drukken zie je dikwijls dat een vrouw als ze rechtstaat naar voor leunt op een tafel of steunvlak en op haar tippen gaat staan. Wanneer ze knielt zal ze naar voor buigen en haar billen in de lucht steken om zo de druk in de baarmoederhals te controleren.
  • Ze is nu minder bleek en krijgt blos op haar wangen.
  • De baarmoederhals zal zich openen. Als een vrouw rechtop staat of op handen en knieën zal de Rhombus van Michaëlis zicht- baar worden als het kindje dieper indaalt. Ook kan er een purperen lijn zichtbaar worden. Deze lijn is niet bij iedere vrouw even duidelijk en de mate waarop je erop kan vertrouwen is vergelijkbaar met een vaginaal onderzoek. Het verschil is dat de observatie van die lijn pijnloos, onmerkbaar voor de vrouw is en haar dus niet stoort in haar arbeid.
  • Op elk moment van een arbeid kunnen de vliezen breken. Als dit gebeurt in deze fase is er dikwijls daarna een periode van minder contracties. De vrouw is terug bewuster en aanspreekbaarder door de adrenaline die op dat moment even overheerst. Dikwijls wil ze dan iets eten. Na een tijdje beginnen dan weer de weeën die meestal intenser aanvoelen en ook zijn.

De overgang tussen de coconfase en fase dat het kind zich een weg naar buiten zoekt

Dit is voor veel vrouwen een heel heftige fase. De hormonen die haar in een roes brachten, verminderen en adrenaline komt in de plaats om de moeder klaar te maken om alert te kunnen zijn om haar kind op te vangen en te beschermen. Het geeft haar de spierkracht om het kind naar buiten te duwen. Tijdens de overgangsfase kan je angst zien als ze uitreikt naar bevestiging en steun. Kenmerkend zijn de woorden: “IK KAN DIT NIET”. Als je dat hoort als vroedvrouw, dan weet je dat de geboorte nadert.

 

Wat merk je als vroedvrouw

  • Veel vrouwen ervaren angst in deze fase. Zij waren aangepast aan het ritme van de weeën en de roes beschermde hen tegen het geweld en de pijn van de contracties.

  • De roes verdwijnt en plots zijn ze zich ten volle bewust van wat er gebeurt. Ze krijgen het gevoel de pedalen kwijt te zijn en moeten zich overgeven aan een kracht die groter is dan hun wil. Hun lichaam neemt het nu helemaal over. Ze hebben nood aan bevestiging en steun.

  • Wanneer een vrouw al eerder bevallen is, herkent ze dit en geeft het haar de bevestiging dat de geboorte dichtbij komt.

De fase waarin het kind zich een weg naar buiten zoekt

Tijdens een fysiologische geboorte helpen de hormonen die de moeder aanmaakt haar rustig te blijven en doen haar vertrouwen
op haar instincten om ook deze fase goed te beleven. Het bewustzijn van de vrouw is weer geactiveerd zodat ze kan denken en haar baby kan beschermen onmiddellijk na de geboorte.

Gedurende de persfase verandert het weeënpatroon. Deze weeën zijn zeer sterk en geven een druk naar beneden en spontaan persen begint wanneer het hoofd van de baby de zenuwen achter in het bekken bereiken. Als het vruchtwater al weg is, is dit stuk van de arbeid minder comfortabel voor de baby door de sterke contracties en de bijkomende druk naar beneden. De placenta wordt ook meer samengedrukt door de contracties omdat de baarmoeder kleiner geworden is door de baby die naar beneden gaat. Door biofeedback van de baby zal hij de weeën en rustpauzes kunnen regelen om veilig door deze fase te geraken. De rustpauzes geven hem de ruimte om zich te kunnen bewegen en draaien door het bekken. Het perineum krijgt tijd om zich langzaamaan te passen, wat de kans op scheuren vermindert.


Wat merk je als vroedvrouw

  • Sommige vrouwen voelen zich misselijk en gaan braken door de adrenaline en/of de vecht-of vlucht reactie.
  • Heel kenmerkend bij het begin van deze fase is een acuut gevoel van een droge mond. Ze eisen water en zullen gulzig en met grote slokken drinken.
  • Dikwijls is er een bloederig vaginaal slijmverlies. Bij een fysiologische arbeid is dit het moment dat de vliezen dikwijls spontaan gaan breken. In principe kunnen vliezen breken op elk moment van de arbeid, maar als een vrouw gerust gelaten wordt en er geen vaginale onderzoeken gedaan worden, zijn veel vliezen op dit moment nog intact.
  • Nu zie je dikwijls een duidelijke rustfase die ook de “rest and be thankful” fase wordt genoemd. De vrouw krijgt de kans om tot rust te komen, de veranderingen te integreren en de nodige voorbereidingen te maken voor de effectieve geboorte. De contracties verminderen en de baby daalt verder in. Deze fase kan een half uur en langer duren.
  • Als de weeën dan terug starten begint de vrouw stilaan op het topje van de wee druk te voelen en gaat ze instinctief mee duwen. Haar geluiden worden dieper en het mee drukken intenser.
  • Meestal zoekt de vrouw ook een stabiele basis, zoals op handen en knieën, staand voorovergebogen en leunend op een steunvlak, hangend aan iets of iemand.
  • Om te voorkomen dat deze fase te stressvol zou zijn voor de baby gaat er meer tijd zitten tussen contracties. Daardoor krijgt de baby de tijd om te bewegen en te draaien in het bekken en de ontspannen baarmoeder te gebruiken om te bewegen met zijn schou- ders. Het is de baby die door een biofeedback systeem de snelheid van de contracties regelt.
  • Je ziet een duidelijk andere intensiteit en de manier waarop de baarmoeder samentrekt is ook duidelijk anders. Daar waar tijdens de coconfase de baarmoeder meer vanuit de zijkanten samentrekt is er nu duidelijk een beweging vanuit de fundus naar beneden.
  • De vrouw is veel helderder, aanspreekbaarder, ze vraagt bevestiging, staat open voor grapjes die haar ontspannen.
  • Je kan de aars zien opengaan of je ziet dat de vrouw haar hand naar haar vagina brengt waar ze de veranderingen kan voelen en het kind voelt verschijnen.
  • De vrouw zal luisteren naar haar lichaam en door geluiden, bewegingen zoals haar dijen dichter te sluiten, controle van het persen en het zelf voelen naar het hoofdje, haar perineum beschermen.
  • Als het hoofdje geboren is zie je ook dikwijls weer een pauze van enkele minuten waarin het kind zijn draai zal maken zodat de schouders zich door het bekken kunnen bewegen. Bij elke wee die volgt zie je iets veranderen tot het kind helemaal geboren is. Hier is ook veel variatie, sommige kinderen worden in een wee geboren, sommigen stukje bij stukje.

Moeder en kind ontmoeten elkaar en de placenta wordt geboren

Wat heel opvallend is bij een ongestoorde ge boorte, is dat moeder en kind vlak na de ge boorte meestal een moment nemen om tot zichzelf te komen. De moeder heeft het hoofd gebogen of nog verstopt in de schoot van haar partner en houdt haar ogen dicht. Ze moet zich- zelf terug uitvinden na deze grote transformatie. Het kindje heeft ook dikwijls nog even de ogen dicht en blijft opgekruld liggen. Dan opent de moeder, aangespoord door bewegingen van de baby en kleine geluidjes die hij maakt, haar ogen en kijkt naar haar kindje. Het kindje kijkt terug. Ze zal het zacht beginnen aanraken en pas daarna aanstalten maken om het bij zich te nemen. Het is een magisch moment dat niet gestoord mag worden, niet door enthousiasme van de mensen rondom hen, niet door handelingen die het proces onderbreken. De meeste vrouwen hebben al een tijdje geen kleding meer aan en het huidcontact dat de moeder zo creëert helpen de hormonenbalans om de placenta ook veilig te laten geboren worden. De vrouw voelt zich euforisch en die euforie kan een paar dagen aanhouden tot haar hormonen de volgende wissel ondergaan en er weer een nieuw evenwicht gezocht moet worden.


Wat merk je als vroedvrouw

  • De eerste momenten komen moeder en baby tot zichzelf.
  • Het volgende is het oogcontact en verwondering.
  • De baby zal door te bewegen en te kijken de moeder aanmoedigen om hem aan te raken. Na een tijdje neemt de moeder het kindje dicht tegen zich en zorgt zo voor het huidcontact. Pas daarna krijgt ze weer aandacht voor de nabije omgeving en betrekt haar partner erbij. Na een tijdje vraagt de vrouw hulp om een meer comfortabele positie in te nemen, meestal rechtop zittend zodat ze haar kindje
    goed kan zien. De baby begint zoekende bewegingen te maken met zijn mondje en probeert bij haar borst te komen.
  • Er is interactie tussen moeder en kind. Er kan een golf bloed komen als de placenta begint los te laten. Zij krijgt na een tijd weer contracties en duwt de placenta naar buiten.

 

Besluit

Elke vroedvrouw met ervaring weet dat vrouwen heel verschillend zijn. Het is onmogelijk om alle gezonde variaties op een geboorteproces te beschrijven. Het is ook niet in tekst weer te geven wat je als vroedvrouw allemaal ziet, voelt, ruikt en ervaart, hoe je eigen intuïtie vanuit de rust waarbij je bij een geboorte bent ook meespeelt en helpt om een arbeid te evalueren. Sommige vrouwen zijn goed leesbaar en volgen netjes het patroon, wel op hun eigen tempo. Anderen snellen er doorheen en slaan zichtbare stappen over. Sommigen zijn heel subtiel. Elke arbeid is anders en dat maakt ons leven als vroedvrouw zo boeiend.

 

We leven in een tijd waar veel van de kennis van vrouwen en vroedvrouwen verloren is gegaan door de technocratische, enge benadering die op dit moment heerst.

 

Het is tijd om ons terug onze kennis over vrouwen te heroveren en af te stappen van de stadia van de geboorte zoals we die nu kennen en het vaginaal onderzoek als maatstaf los te laten. Meer vrouwen moeten de kans krijgen om op hun tempo, met hun eigen capaciteiten en kracht te bevallen. Kinderen moeten kunnen gebruikmaken van hun capaciteit om goed geboren te worden.

 

Referenties

  • Birthmatters. (18 december 2024). Inleiden, wat doet het met een mens?, Birthmatters. https://www.birthmatters.be/wetenschap/inleiden-wat-doet-het-met-een-mens/
  • De Jonge, A., Dahlen, H., Downe, S. (2021). ‘Watchful attendance’ during labour and birth. Sex Reprod Healthc. 28:100617. DOI: 10.1016/j.srhc.2021.100617
  • Dixon, L., Skinner, J., Foureur, M. (2013). ‘The emotional and hormonal pathways of labour and birth: integrating mind, body and behaviour’, New Zealand College of Midwives, 48, pp. 15-23.
  • Odent, M. (2004). Knitting midwives for drugless childbirth? Midwifery Today Int Midwife. (71):21-2.