Wat merk je als vroedvrouw
- De vrouw heeft, vooral als het een eerste kindje is of wanneer haar keuzes rondom geboortebegeleiding anders zijn dan vorige bevalling, behoefte aan een gesprek. Zij staat nog open voor informatie en heeft zelf nog vragen.
- Ze kan opgewonden zijn en ook haar angst onder woorden brengen, afgewisseld met periodes van rust en vertrouwen. Dit is de afwisseling tussen het sympathische en parasympatisch zenuwstelsel.
- Zij maakt haar omgeving rondom zich klaar met de dingen die ze graag rondom zich heeft tijdens de geboorte. Ze wil nu echt dat alles klaarstaat voor de geboorte (favoriete muziek, bad, kaarsjes, zachte kussens) en iedereen bereikbaar die ze bij zich wil hebben.
- Ze kan melkverlies hebben.
- Er kan meer vaginaal slijmverlies zijn en soms zie je ook de ‘tekenen’, een slijmprop met wat bloed erin.
- Ze is opgewonden en wil graag delen met anderen dat de geboorte dichterbij komt en ze zal nog zorgen voor de mensen in haar buurt en maakt graag een theetje voor de vroedvrouw (als ze de vroege arbeid thuis doorbrengt).
- Ze is nog goed beweeglijk maar voelt dat haar bekken losser zit.
- Het kindje beweegt actief.
- De baarmoeder trekt veel voelbaarder en soms al pijnlijk samen, nog onregelmatig in frequentie en sterkte. Tijdens een wee kan ze in het begin nog praten, naargelang ze sterker worden zal ze even zwijgen als ze een contractie heeft en al even haar ogen sluiten.
- Wanneer de vrouw echt stress ervaart zullen de weeën ook weer stoppen tot ze zich weer ongestoord voelt. Bijvoorbeeld: de grootouders komen de andere kinderen ophalen, de vroedvrouw komt aan, tijdens de rit naar het ziekenhuis als ze daar wil gaan bevallen. De arbeid komt terug op gang wanneer ze zich weer veilig genoeg voelt waardoor het parasympatisch zenuwstelsel weer de teugels in handen kan nemen. Dat kan soms enkele uren tot dagen duren.
- De baarmoederhals zal zich verder voorbereiden door korter en zachter te worden.
- De moeder kan gemakkelijk rondwandelen en is nog mobiel. Ze voelt dat haar bekken losser zit, maar nog voldoende evenwichtig en stabiel om haar te steunen.
Wat merk je als vroedvrouw
- De contracties worden sterker en regelmatiger, maar niet altijd frequenter. Tijdens de pauzes kan de vrouw in slaap vallen.
- De vrouw heeft geen behoefte meer aan informatie. ze is in zichzelf gekeerd, in haar eigen wereld en maakt geen of weinig oogcontact meer. Ze ziet er bleek en stoned uit en schermt haar ogen af door een doek of verbergt het in een kussen of achter haar haar.
- Ze schermt zich af van de buitenwereld, maar heeft graag iemand vertrouwd bij zich. Zachte aanrakingen, wiegen helpen haar.
- Ze voelt instinctief wat ze nodig heeft. Ze zal erom vragen, maar alle vormen van beleefdheid verdwijnen als ze zich veilig voelt.
- Ze is vertraagd en reageert maar langzaam wanneer ze aangesproken wordt en zal niet spreken tijdens een contractie. Haar communicatie is to the point en kort, zonder plichtplegingen: “dorst”, “water”, “koud”, “hand”, “weg”…als ze gestoord wordt, zal ze de pijn als veel intenser ervaren. Perioden van koude rillingen wisselen af met warmteopwellingen. Ze gebruikt een warm deken of sjaal om zich te bedekken als ze koud hebben en smijt het van zich af als ze weer te warm krijgt. Ze heeft weinig behoefte aan eten. Als ze zich hongerig voelt zal ze dat aangeven, maar meestal heeft ze genoeg met een paar hapjes. Ze zal regelmatig slokjes drinken vragen.
- Haar gekozen muziek kan haar helpen diep te focussen, maar diep in de arbeid zal de muziek veel minder belangrijk worden en zal ze niet meer merken als die gestopt is of als de kaarsjes uitgaan.
- Veel vrouwen maken geluid. Ze kreunen of zuchten. Haar stem dient om haar roes te verdiepen en als uitlaatklep voor spanningen.
- Tijdens deze fase zijn er nog geen diepe geluiden. Het zijn meer monotone geluiden op dezelfde toonhoogte. Ze verliezen hun schaamtegevoel en willen niet gehinderd worden door kleding. Haar culturele normen en overtuigingen vervagen en dikwijls zie je een totaal andere vrouw verschijnen: een anders verlegen vrouw trekt al haar kleren uit en heeft hier geen probleem mee. Vrouwen die normaal heel verbaal zijn worden heel stilletjes, anderen die normaal heel stil zijn worden luid. De baby kent periodes van activiteit en rust. Hij zoekt een houding die hem helpt de weg naar buiten te zoeken. De moeder zal daardoor haar bewegingen en houdingen veranderen. Ze wil iets of iemand vasthouden als ze staat of wandelt want het hoofdje van de baby zorgt voor meer druk op de gewrichten. Ze zal niet meer op haar stuit kunnen zitten.
- Haar bewegingen en geluid zullen instinctief en ritmisch zijn.
- Ze zoekt bewegingen en houdingen die haar helpen om te gaan met de weeën. Ze luistert naar de signalen die haar lichaam en de baby haar geven. Ze zal steun zoeken als ze rechtop gaat staan.
- Als de baby diep in de baarmoederhals begint te drukken zie je dikwijls dat een vrouw als ze rechtstaat naar voor leunt op een tafel of steunvlak en op haar tippen gaat staan. Wanneer ze knielt zal ze naar voor buigen en haar billen in de lucht steken om zo de druk in de baarmoederhals te controleren.
- Ze is nu minder bleek en krijgt blos op haar wangen.
- De baarmoederhals zal zich openen. Als een vrouw rechtop staat of op handen en knieën zal de Rhombus van Michaëlis zicht- baar worden als het kindje dieper indaalt. Ook kan er een purperen lijn zichtbaar worden. Deze lijn is niet bij iedere vrouw even duidelijk en de mate waarop je erop kan vertrouwen is vergelijkbaar met een vaginaal onderzoek. Het verschil is dat de observatie van die lijn pijnloos, onmerkbaar voor de vrouw is en haar dus niet stoort in haar arbeid.
- Op elk moment van een arbeid kunnen de vliezen breken. Als dit gebeurt in deze fase is er dikwijls daarna een periode van minder contracties. De vrouw is terug bewuster en aanspreekbaarder door de adrenaline die op dat moment even overheerst. Dikwijls wil ze dan iets eten. Na een tijdje beginnen dan weer de weeën die meestal intenser aanvoelen en ook zijn.
Wat merk je als vroedvrouw
-
Veel vrouwen ervaren angst in deze fase. Zij waren aangepast aan het ritme van de weeën en de roes beschermde hen tegen het geweld en de pijn van de contracties.
-
De roes verdwijnt en plots zijn ze zich ten volle bewust van wat er gebeurt. Ze krijgen het gevoel de pedalen kwijt te zijn en moeten zich overgeven aan een kracht die groter is dan hun wil. Hun lichaam neemt het nu helemaal over. Ze hebben nood aan bevestiging en steun.
-
Wanneer een vrouw al eerder bevallen is, herkent ze dit en geeft het haar de bevestiging dat de geboorte dichtbij komt.
Tijdens een fysiologische geboorte helpen de hormonen die de moeder aanmaakt haar rustig te blijven en doen haar vertrouwen
op haar instincten om ook deze fase goed te beleven. Het bewustzijn van de vrouw is weer geactiveerd zodat ze kan denken en haar baby kan beschermen onmiddellijk na de geboorte.
Gedurende de persfase verandert het weeënpatroon. Deze weeën zijn zeer sterk en geven een druk naar beneden en spontaan persen begint wanneer het hoofd van de baby de zenuwen achter in het bekken bereiken. Als het vruchtwater al weg is, is dit stuk van de arbeid minder comfortabel voor de baby door de sterke contracties en de bijkomende druk naar beneden. De placenta wordt ook meer samengedrukt door de contracties omdat de baarmoeder kleiner geworden is door de baby die naar beneden gaat. Door biofeedback van de baby zal hij de weeën en rustpauzes kunnen regelen om veilig door deze fase te geraken. De rustpauzes geven hem de ruimte om zich te kunnen bewegen en draaien door het bekken. Het perineum krijgt tijd om zich langzaamaan te passen, wat de kans op scheuren vermindert.
Wat merk je als vroedvrouw
- Sommige vrouwen voelen zich misselijk en gaan braken door de adrenaline en/of de vecht-of vlucht reactie.
- Heel kenmerkend bij het begin van deze fase is een acuut gevoel van een droge mond. Ze eisen water en zullen gulzig en met grote slokken drinken.
- Dikwijls is er een bloederig vaginaal slijmverlies. Bij een fysiologische arbeid is dit het moment dat de vliezen dikwijls spontaan gaan breken. In principe kunnen vliezen breken op elk moment van de arbeid, maar als een vrouw gerust gelaten wordt en er geen vaginale onderzoeken gedaan worden, zijn veel vliezen op dit moment nog intact.
- Nu zie je dikwijls een duidelijke rustfase die ook de “rest and be thankful” fase wordt genoemd. De vrouw krijgt de kans om tot rust te komen, de veranderingen te integreren en de nodige voorbereidingen te maken voor de effectieve geboorte. De contracties verminderen en de baby daalt verder in. Deze fase kan een half uur en langer duren.
- Als de weeën dan terug starten begint de vrouw stilaan op het topje van de wee druk te voelen en gaat ze instinctief mee duwen. Haar geluiden worden dieper en het mee drukken intenser.
- Meestal zoekt de vrouw ook een stabiele basis, zoals op handen en knieën, staand voorovergebogen en leunend op een steunvlak, hangend aan iets of iemand.
- Om te voorkomen dat deze fase te stressvol zou zijn voor de baby gaat er meer tijd zitten tussen contracties. Daardoor krijgt de baby de tijd om te bewegen en te draaien in het bekken en de ontspannen baarmoeder te gebruiken om te bewegen met zijn schou- ders. Het is de baby die door een biofeedback systeem de snelheid van de contracties regelt.
- Je ziet een duidelijk andere intensiteit en de manier waarop de baarmoeder samentrekt is ook duidelijk anders. Daar waar tijdens de coconfase de baarmoeder meer vanuit de zijkanten samentrekt is er nu duidelijk een beweging vanuit de fundus naar beneden.
- De vrouw is veel helderder, aanspreekbaarder, ze vraagt bevestiging, staat open voor grapjes die haar ontspannen.
- Je kan de aars zien opengaan of je ziet dat de vrouw haar hand naar haar vagina brengt waar ze de veranderingen kan voelen en het kind voelt verschijnen.
- De vrouw zal luisteren naar haar lichaam en door geluiden, bewegingen zoals haar dijen dichter te sluiten, controle van het persen en het zelf voelen naar het hoofdje, haar perineum beschermen.
- Als het hoofdje geboren is zie je ook dikwijls weer een pauze van enkele minuten waarin het kind zijn draai zal maken zodat de schouders zich door het bekken kunnen bewegen. Bij elke wee die volgt zie je iets veranderen tot het kind helemaal geboren is. Hier is ook veel variatie, sommige kinderen worden in een wee geboren, sommigen stukje bij stukje.
Wat heel opvallend is bij een ongestoorde ge boorte, is dat moeder en kind vlak na de ge boorte meestal een moment nemen om tot zichzelf te komen. De moeder heeft het hoofd gebogen of nog verstopt in de schoot van haar partner en houdt haar ogen dicht. Ze moet zich- zelf terug uitvinden na deze grote transformatie. Het kindje heeft ook dikwijls nog even de ogen dicht en blijft opgekruld liggen. Dan opent de moeder, aangespoord door bewegingen van de baby en kleine geluidjes die hij maakt, haar ogen en kijkt naar haar kindje. Het kindje kijkt terug. Ze zal het zacht beginnen aanraken en pas daarna aanstalten maken om het bij zich te nemen. Het is een magisch moment dat niet gestoord mag worden, niet door enthousiasme van de mensen rondom hen, niet door handelingen die het proces onderbreken. De meeste vrouwen hebben al een tijdje geen kleding meer aan en het huidcontact dat de moeder zo creëert helpen de hormonenbalans om de placenta ook veilig te laten geboren worden. De vrouw voelt zich euforisch en die euforie kan een paar dagen aanhouden tot haar hormonen de volgende wissel ondergaan en er weer een nieuw evenwicht gezocht moet worden.
Wat merk je als vroedvrouw
- De eerste momenten komen moeder en baby tot zichzelf.
- Het volgende is het oogcontact en verwondering.
- De baby zal door te bewegen en te kijken de moeder aanmoedigen om hem aan te raken. Na een tijdje neemt de moeder het kindje dicht tegen zich en zorgt zo voor het huidcontact. Pas daarna krijgt ze weer aandacht voor de nabije omgeving en betrekt haar partner erbij. Na een tijdje vraagt de vrouw hulp om een meer comfortabele positie in te nemen, meestal rechtop zittend zodat ze haar kindje
goed kan zien. De baby begint zoekende bewegingen te maken met zijn mondje en probeert bij haar borst te komen. - Er is interactie tussen moeder en kind. Er kan een golf bloed komen als de placenta begint los te laten. Zij krijgt na een tijd weer contracties en duwt de placenta naar buiten.