Wat is het verschil tussen een spontane geboorte en een ingeleide geboorte voor moeder en kind? 

Dit artikel is geschreven op basis van de lessen, het boek en de artikelen van Rachel reed rondom dit topic www.rachelreed.website

Vrouwen moeten de kans krijgen om hun eigen keuzes te maken rondom zwangerschap en bevalling. Op dit moment ligt de druk erg hoog om een arbeid routinematig te laten inleiden vanaf 41 weken zwangerschap, maar dikwijls wordt ook voor 41 weken een inleiding al voorgesteld. Drijfveren hiervoor zijn geen echte medische problemen bij moeder of kind, maar de toch wel vreemde veronderstelling dat een kalender kan voorspellen of een kind en moeder klaar zijn voor de geboorte of niet. Onderzoeken rond inleiden focussen zich niet op gezondheid voor moeder en kind op lange termijn. Er is ook veel kritiek op die onderzoeken en de resultaten kunnen zeker niet toegepast worden op individuele vrouwen en hun baby.

Dit artikel wil uitleggen wat het verschil is tussen een spontane en een ingeleide arbeid.

De beleving van moeder en kind is totaal verschillend en er zijn een aantal korte- en lange termijn risico’s verbonden aan een inleiding waar niet over wordt geïnformeerd. Deze risico’s hebben te maken met het feit dat moeder en kind niet alle voorbereidingen en veranderingen in hun lichaam en hersenen hebben kunnen vervolledigen als de arbeid ingeleid wordt. Zij verliezen ook volledig de controle op het verloop van de arbeid en kunnen geen gebruik maken van het biofeedback systeem dat helpt om de geboorte voor het kind veilig te houden.

Als een vroedvrouw weet dat een ingeleide arbeid heel andere aandachtspunten heeft dan een spontane arbeid dan kan ze daar op inspelen en vrouwen helpen om ook van een medische geboorte een krachtige ervaring te maken met extra aandacht voor het kind dat misschien nog niet helemaal klaar is om geboren te worden.

Elke geboorte bestaat uit verschillende fases:

  • Een voorbereidingsfase de laatste weken, dagen of uren, voor het kindje het startschot geeft voor de start van de geboorte;
  • Een fase van vroege, beginnende arbeid waar de moeder weet dat ze een plaats moet zoeken om veilig en gekoesterd te kunnen bevallen;
  • Een fase van de cocon, waar de vrouw zich naar binnen keert, in een ander bewustzijn gaat om te kunnen opengaan;
  • Een fase waarbij het kind zich een weg naar buiten zoekt;
  • Een fase waarbij moeder en kind elkaar ontmoeten en de placenta geboren wordt. 

Een spontaan geboorteproces is als een symfonie. Het zenuwstelsel en de hersenen van de vrouw zijn de dirigent, de hormonen zijn de muzikanten. Het lichaam is het instrument dat helemaal afhankelijk is van hoe de muzikant ermee omgaat. Het ritme en het patroon van het fysiologisch proces is de muziek. De omgeving die via onze zintuigen binnenkomt kan het zenuwstelsel verstoren of ondersteunen. Het parasympatisch zenuwstelsel dat het vrijgeven en functioneren van hormonen regelt, overheerst.

Bij een inleiding loopt dit proces heel anders. Er zijn veel minder verschillende hormonen betrokken bij het proces, de leiding wordt overgenomen door de interventie die het arbeidspatroon zal bepalen. Het parasympatisch zenuwstelsel van de vrouw zelf verliest de controle over het proces.

Voorbereidingsfase

Het einde van de zwangerschap is een voorbereidingsfase. De laatste weken, dagen en uren bereiden baby en moeder zich voor op de geboorte door een fijn afgestemde samenwerking..

Bij de moeder stijgt het cortisol wat de baarmoederspier voorbereidt op de contracties. Ze maakt prolactine aan wat haar voorbereidt op borstvoeding. De oxytocine stijgt en samen met de prolactine promoot dit de binding tussen moeder en kind. De baby produceert hormonen die hem klaarmaken voor het leven buiten de baarmoeder. Het is de baby die signalen geeft aan de moeder dat hij er klaar voor is om geboren te worden, waardoor de moeder gaat reageren door zich ook klaar te maken voor de arbeid en borstvoeding. De bijnier van de baby produceert cortisol waardoor zijn organen gaan rijpen en de longen worden voorbereid op ademhaling. Als dit proces klaar is stuurt de baby DHEA’s (De Hydro Epi Andosteron Sulfaat) naar de placenta. De placenta verwerkt deze tot oestrogenen wat het lichaam van de moeder gaat aanzetten om zich voor te bereiden op de geboorte. Samen met de prostaglandines die de moeder aanmaakt zorgt het oestrogeen voor de rijping van de baarmoederhals. Het oestrogeen zorgt ook voor de verbindingen tussen de spieren van de baarmoeder zodat ze efficiënt kunnen samenwerken.

Een hoog gehalte aan oestrogenen verhoogt het aantal oxytocine receptoren in de hersenen, de borst en de baarmoeder, waardoor de moeder efficiënter kan reageren op de oxytocine die ze aanmaakt tijdens de arbeid. Een heel belangrijk gegeven is ook dat het verhoogde oestrogeen ervoor zorgt dat in het ruggenmerg spinal cord pain relieving pathways ontstaan, verbindingen die de moeder helpen om te gaan met de pijn van de arbeid. De hersenen van de moeder bereiden zich voor om beta-endorfines te gaan aanmaken die haar gaan helpen om in het andere bewustzijnsniveau te komen in de fase waarin ze zich opent. Wanneer de arbeid ingeleid wordt hebben we geen enkele manier waarop we te weten kunnen komen of de baby dit proces al gestart heeft of waar moeder en kind zich bevinden op hun tijdlijn in de voorbereiding. Maw hoe dichtbij ze zich bij de geboorte en de bevalling bevinden.

Het kan zijn dat ze het proces al grotendeels doorlopen hebben en door de veranderingen gegaan zijn die ze nodig hebben voor de arbeid en de overgang naar de buitenwereld, of ze kunnen er zich nog weken vanaf bevinden. Een ingeleide geboorte kan ervoor zorgen dat de baby niet of minder capabel is om te kunnen omgaan met de arbeid omdat de hersenen nog niet zo goed beschermd zijn voor de verminderde zuurstoftoevoer die optreedt tijdens elke contractie. Het kan zijn dat ze de metabolische brandstof en capaciteit nog niet hebben, of de mogelijkheid om aan die brandstof te geraken om hen door die episodes van normale zuurstofvermindering te helpen die plaatsvindt in het arbeidsproces. Wanneer de longen van de baby nog niet klaar zijn om zich voor te bereiden, is de kans groter dat ze geholpen moeten worden met ademen na de geboorte. Ze kunnen ook problemen ervaren met de start van borstvoeding.

Als de baby geen DHEA’s gestuurd hebben naar de placenta om de oestrogeen levels in de het lichaam van de moeder te doen stijgen, dan vonden al de veranderingen in het moederlichaam niet plaats die door die stijging van oestrogenen geïnitieerd worden. Als gevolg hiervan heeft de baarmoeder van de vrouw veel minder capaciteit om te gaan reageren met weeën op oxytocine en dit is vooral relevant voor vrouwen die voor de eerste keer baren omdat ze nog geen oxytocine receptoren hebben van een vorige geboorte, die een vrouw wel heeft als ze al kinderen gebaard heeft. Als de oxytocine receptoren nog niet vermeerderd zijn, kan dit impact hebben op de start van borstvoeding na de geboorte. Prostaglandines assisteren ook bij contracties en prostaglandine receptoren ontwikkelen zich in de baarmoederspieren en prostaglandines worden vrijgegeven in de vruchtzak. Ook dit kan beperkt zijn in een ingeleide arbeid. De contracties kunnen veel minder effectief zijn als de elektrische verbindingen om de contracties te coördineren in de baarmoederspieren nog niet ontwikkeld zijn.

Een belangrijke fysiologische verandering die plaatsvindt voor de arbeid is het rijpen van de baarmoederhals zo dat die zacht is en rekbaar waardoor die kan opengaan door de contracties. Laat ons eens kijken hoe dat verschilt met een ingeleide arbeid. Er is de lange lijst van natuurlijke chemicaliën die betrokken zijn bij de voorbereiding van de structuur van de baarmoederhals als voorbereiding op een fysiologische geboorte. Die veranderingen worden geïnitialiseerd door de hogere oestrogeen niveaus gecreëerd in antwoord op de signalen van de baby dat hij klaar is om geboren te worden. Relaxine is ook betrokken en prostaglandines naast leucocyten, macrofagen, hyaluronzuur , glycosamine en nog andere chemicaliën werken in op de baarmoederhals. Het is een heel complex proces dat de structuur van de baarmoederhals helemaal verandert.

Dit staat in contrast met de medische rijping van de baarmoederhals waarbij enkel prostaglandines gebruikt worden. Prostaglandine is het hormoon dat je aanmaakt in antwoord op irritatie. Dus als je jezelf krabt en je krijgt roodheid en zwelling, dan is dat een prostaglandine respons. In essentie is dit wat je doet met de baarmoederhals bij een inductie. Er zijn twee manieren om prostaglandines te doen stijgen in en rond de cervix. Exogeen door een gel of tabletten met prostaglandines vaginaal in te brengen of door de vliezen te strippen (heftig vaginaal onderzoek) of een ballon te plaatsen in de baarmoederhals en zo de endogene prostaglandine productie van de vrouw te stimuleren. Elke benadering zal oncomfortabel zijn, want dat is ook de bedoeling. De baarmoederhals wordt geïrriteerd.

Vrouwen ervaren dikwijls pijn en krampen in dit deel van het inductieproces. Hoe goed een vrouwenlichaam zal antwoorden op de benadering zal afhankelijk zijn van waar ze in de voorbereidingsfase is, dus hoe klaar haar lichaam is om in arbeid te gaan. Het helpt als ze al oxytocine receptoren heeft van een vorige geboorte. Sommige vrouwen staan op het punt om spontaan in arbeid te gaan en deze inductiemethoden kunnen dan voldoende zijn om contracties op te wekken. Dit kan vooral wanneer dit niet hun eerste bevalling is.

 Dikwijls wordt deze prikkeling van de baarmoederhals niet echt gezien als een vorm van inleiden omdat er geen kunstmatige oxytocine is gegeven. Maar elke arbeid die gestart is door een interventie is een inleiding. Ook hier heb je geen houvast om te weten of de baby voldoende tijd heeft gehad om zich voor te bereiden op het geboorteproces. Of ze goed beschermd zijn tegen de kracht van de contracties. Of ze al klaar zijn om te gaan ademen en om te borstvoeden. Je weet ook niet of de baarmoederhals alle veranderingen ondergaan heeft om te kunnen opengaan in antwoord op de contracties. Dit is geen fysiologische arbeid omdat het niet geÏnitieerd is door het lichaam van de vrouw. Dat houdt niet in dat het geen ongecompliceerde arbeid kan zijn of voor de vrouw aanvoelt als een fysiologische geboorte. Haar lichaam neemt het over en creëert contracties in een patroon dat erop wijst dat ze mee is in het verhaal. Maar het betekent wel dat de vroedvrouw heel alert moet zijn op het welbevinden van de baby gedurende de arbeid en vlak na de geboorte. Niet door iets te doen, maar juist door heel bewust en observerend aanwezig te zijn. Wanneer de moeder niet de kans had om de spinal cord pain relieving pathways, de verbindingen in het ruggenmerg te activeren, zal haar capaciteit om met te pijn om te gaan lager zijn waardoor een vrouw die ingeleid wordt sneller nood heeft aan medicamenteuze pijnstilling zoals een epidurale verdoving.

Vroege arbeid

Moeder

Een vroege arbeidsfase in een fysiologische geboorte heeft dikwijls verschillende uren en soms dagen nodig. Adrenaline en cortisol zijn de hormonen die helpen om het bewustzijn, de neocortex van de vrouw actief te houden terwijl zij haar plek kan zoeken en voorbereiden, waar ze zich kan ontspannen en loslaten en verder gaan naar een actieve arbeid. De vrouw ervaart een stijging van samentrekkingen van de baarmoeder, een signaal dat het bijna haar tijd is. De vrouw krijgt een onregelmatig weeënpatroon dat haar de kans geeft om bewust op zoek te

gaan naar haar veilige plek om te bevallen. Dat weeën patroon gaat zich dan langzaam opbouwen tot een regelmatiger patroon. Het is een wisselspel tussen de twee delen van haar zenuwstelsel, het sympathische dat haar actief en denkend houdt, het parasympathische dat haar in de rust brengt en in het dieper deel van haar instinctieve brein dat haar toont hoe ze moet bevallen. Een vroege arbeid dient om een plaats of plek te vinden waar het parasympathische zenuwstelsel kan overheersen. We hebben daarvoor het sympatische zenuwstelsel nodig om te helpen om die plaats te vinden Als dan het parasympathische zenuwstelsel kan gaan domineren kan de oxytocine vrijkomen, het hormoon dat zorgt voor de weeën.

Als de contracties stilaan sterker worden begint een vrouw beta-endorfines vrij te geven, in een langzame en gestage opbouw. De beta-endorfines en oxytocine samen creëren de drang om een nest te maken en een veilige en afgezonderde plaats te vinden om te baren. Het helpt om zich te ontspannen en over te schakelen naar het parasympathische zenuwstelsel. Gedurende de vroege arbeidsfase krijgt prolactine, het hormoon dat helpt moederen, een eerste piek. Prolactine bereidt de receptoren in het moederbrein en de borsten voor om te gaan borstvoeden.

Bij een geïnduceerde arbeid start een arbeid meestal snel en slaat grotendeels de fase van vroege arbeid over. Het vereist niet het fragiele en lange balanceren van de hormonen en de activatie van het parasympathische zenuwstelsel wat gebeurt bij een fysiologische geboorte. Hierbij worden dikwijls kunstmatig de vliezen gebroken na de rijping van de baarmoederhals om de contracties op te starten. Het zal het gehalte aan prostaglandines verhogen, want de vliezen bevatten prostaglandines en in sommige gevallen is dit voldoende om de vrouw contracties te laten krijgen zonder kunstmatige oxytocine te geven. Het legen van de vruchtwaterzak heeft de neiging om contracties meer gecoördineerd te maken en dus effectiever. Je zou kunnen zeggen dat een vrouw die wacht na het breken van de vliezen en dan uit zichzelf start met met contracties, een normale vroege arbeidsfase kan ervaren als haar lichaam het overneemt en endogene oxytocine vrijgeeft. Een geïnduceerde arbeid gaat naar een actieve arbeid zonder over te schakelen naar het parasympathische zenuwstelsel. De beta endorfines, die haar helpen om te gaan met de weeën, hebben minder tijd om te stijgen, wat het de moeder moeilijk maakt om zonder bijkomende pijnbestrijding doorheen de actieve arbeid te bewegen.

Baby

Tijdens de vroege arbeid, worden de baby en de placenta samengedrukt in zachte contracties. Deze zachte druk moedigt het kind aan om zich afwisselend te strekken en in elkaar te krullen en zo lager in het bekken te komen en zich klaar te maken voor de reis door het bekken. De baby geeft cortisol vrij in antwoord op de gezonde stress, eustress, en dit helpt bij de verdere voorbereiding van de longen om te gaan ademen.

Wanneer deze fase van de arbeid wordt overgeslagen krijgt de baby niet veel tijd om cortisol vrij te geven en zo zijn lichaam voor te bereiden op de arbeid en de longen om te gaan ademen. Dit de reden waarom baby’s het soms moeilijk hebben om te gaan ademen en waarom er soms nog veel longvocht is na de geboorte. Deze vroege arbeidsfase is een belangrijk deel van een fysiologische arbeid en wordt dikwijls overgeslagen bij een ingeleide arbeid.

Fase van de cocon

In deze fase keert de vrouw in zichzelf. De arbeid heeft zich gesetteld. Om de verschillen te begrijpen tussen fysiologische arbeid en ingeleide arbeid, moeten we helderheid krijgen over oxytocine. De lichaamseigen oxytocine die een vrouw zelf aanmaakt en de oxytocine die als medicatie gegeven wordt zijn identiek hetzelfde.

Wat is dan het verschil? Bij een spontane fysiologische geboorte wordt oxytocine vrijgegeven in de hersenen in golven. Het reageert rechtstreeks op de hersenen waardoor het de gedragseffecten van oxytocine activeert die helpen bij het ontspannen en in voorbereiding op de binding na de geboorte. Door de bloed-hersenbarrière komt het ook in de bloedsomloop. Als het de baarmoeder bereikt wordt het opgenomen door de oxytocine receptoren en trekt de baarmoeder samen. De signalen die een baby teruggeeft aan de moeder over zijn welbevinden, ook biofeedback genoemd, de baarmoeder en de omgeving van de vrouw beïnvloeden de regulatie van het golvende vrijkomen van de oxytocine en dus ook het patroon van de contracties. Een kind is in een fysiologische arbeid dus een sturende kracht, de vinger aan de pols om een geboorte goed te doorstaan.

Bij een ingeleide arbeid wordt de synthetische oxytocine rechtstreeks ingebracht in de bloedbaan van de vrouw in een constante gestage mate. En de baarmoeder trekt samen in antwoord daarop. Maar geen enkel signaal dat het kind teruggeeft, biofeedback, is in staat om de invoer van de synthetische oxytocine te beïnvloeden omdat die niet gereguleerd is door de hersenen. Daarom kunnen contracties niet aangepast worden aan de behoeften van de baby of het lichaam van die individuele vrouw. Door die verschillende manier waarop kunstmatige oxytocine is vrijgegeven in het lichaam, dus continu en niet in golven en omdat een infuus niet kan beantwoorden aan de biofeedback van de baby is het heel gemakkelijk om contracties te veroorzaken die het kind in de problemen kunnen helpen, foetale distress. Dit betekent dat de baby on- voldoende zuurstoftoevoer krijgt via de placenta.

De voornaamste reden voor een mislukte inductie is het onvermogen om een contractie sterk genoeg te maken om de baarmoederhals te openen, zonder foetale distress te veroorzaken. Er ontstaat dus een situatie waarin het infuus wordt opgevoerd waardoor zo sterke en regelmatige contracties ontstaan. Wanneer de hartslag van de baby reden voor onrust geeft wordt de toediening van kunstmatige oxytocine verlaagd, het hartpatroon verbeterd, maar dan verdwijnen ook weer de contracties. De uiteindelijke manier om de baby dan naar buiten te krijgen voor hij uitgeput is, is een keizersnede. Bij een fysiologische arbeid heb je een contractie die druk uitoefent waardoor de zuurstoftoevoer vermindert. Wanneer de contractie voorbij gaat, zal de placenta zich weer vullen en herstelt de zuurstoftoevoer. Dit veroorzaakt eustress en dit is dus gezonde stress. In antwoord hierop geeft de baby cortisol vrij om zich voor te bereiden op ademhaling. De baby is gewoonlijk ook nog beschermd door de vruchtwaterzak die de druk op de placenta vermindert. Bij een fysiologische arbeid waar het kind nog rond zijn as moet draaien, zie je vaak grotere ruimtes tussen contracties die de baby veel mogelijkheden geeft om te bewegen met een ontspannen baarmoeder. Wanneer de contracties dan komen zijn ze sterk om de baby te helpen draaien.

Bij een inleiding zijn er een paar mogelijke oorzaken van onvoldoende zuurstofvoorziening van de baby waardoor distress kan ontstaan.

  • Eerst en vooral kan een geïnduceerde contractie te sterk zijn en te veel druk uitoefenen op de placenta waardoor de zuurstofvoorziening te laag gaat.

  • Er is dikwijls ook geen vruchtwaterzak meer om de druk te regelen omdat dikwijls al vroeg in de arbeid de vliezen kunstmatig gebroken worden. Dit betekent dat de placenta en ook de baby meer druk krijgen en mogelijk ook de navelstreng als die niet mooi weggestopt is bvb tegen de buik van de baby. Een navelstreng die samengedrukt wordt tijdens de contractie kan de bloedstroom naar de baby blokkeren. Ook het beschermend effect van het vruchtwater voor het hoofdje van de baby valt weg waardoor het hoofd van de baby rechtstreeks in de baarmoederhals gedrukt wordt, wat zwelling kan veroorzaken.

  • Er kan ook te weinig rust en ontspanning zijn tussen contracties. Dit is wanneer de baarmoeder zich niet volledig ontspant tussen contracties. De placenta kan zich dan onvoldoende terug vullen voor de volgende sterke druk.

  • Je kan ook contracties krijgen die te snel komen, met te weinig tijd ertussen voor de placenta om zich terug te bevloeien. Dit is waarom er bij een inductie strikte criteria zijn hoeveel tijd er tussen contracties moet zijn. Gewoonlijk is het doel om drie tot vier contracties te krijgen op 10 minuten, maar dat kan voor individuele baby’s te veel zijn en ze kunnen het moeilijk hebben om hiermee om te gaan. Bij een inductie moet dus het infuus bijgeregeld worden om effectieve contracties te krijgen zonder de baby in de problemen te brengen.

  • Het kan ook zijn dat bij een inleiding de baarmoeder te weinig ontspant om een baby voldoende ruimte en tijd te geven om te draaien naar een goede positie om geboren te worden. Je kan deze individueel gevarieerde patronen niet bereiken met een ingeleide arbeid met oxytocine. Die arbeid kan zich niet aanpassen aan de noden van de individuele situatie. Veel vrouwen ervaren ingeleide contracties als veel pijnlijker dan natuurlijke contracties. Dit is om verschillende redenen.

  • Eerst is het patroon en de sterkte van de weeën verschillend en is er geen rustige opbouw. De kunstmatige oxytocine wordt opgevoerd tot er een sterk weeën patroon is, dikwijls binnen een uur of twee. Bij een fysiologische arbeid die een aantal uren kan duren tijdens de separatie fase en in vroege arbeid, is er een groot gehalte aan endorfines opgebouwd om te helpen bij de pijn tegen de tijd dat het allemaal sterker wordt.

  • Het lichaam van de vrouw is waarschijnlijk niet helemaal klaar met de fysieke voorbereiding op de arbeid en heeft nog niet de kans gehad om de spinal cord pain relieving pathways voor te bereiden om de beta endorfines te kunnen ontvangen en te helpen bij het omgaan met de pijn.

  • Een van de veelvoorkomende kenmerken van een fysiologische arbeid die volop bezig is, is het veranderde bewustzijnsniveau. Hoge beta-endorfines zijn verantwoordelijk voor een slaperige relaxte status. Dit veranderde bewustzijnsniveau helpt het parasympatisch zenuwstelsel van de vrouw om te overheersen en de arbeid om verder te gaan. Het helpt ook om de neocortex en het denken te onderdrukken om haar te helpen te connecteren met haar instincten en instinctieve gedragingen.

Een vrouw die ingeleid wordt heeft mogelijks niet het hoge gehalte aan beta-endorfines om in deze veranderde bewustzijnstoestand te komen en kunstmatige oxytocine gaat niet voorbij de bloed-hersen barriere, het kan dus ook niet helpen om in die status te blijven. Haar arbeidspatroon is niet afhankelijk van haar hersenen of haar natuurlijke hormonen. Een vrouw die ingeleid wordt produceert zelden endorfines, maar kan wel zelf oxytocine aanmaken. Daarom zou een ingeleide arbeid heel goed ondersteund moeten worden zodat een vrouw haar eigen natuurlijk oxytocine kan gaan produceren naast de kunstmatige oxytocine. Oxytocine komt vrij wanneer een vrouw zich veilig, ongestoord, bemind en verbonden voelt en wanneer de omgeving warm en zwak verlicht is. En heel soms kan het lichaam van de vrouw de productie van kunstmatige oxytocine overnemen en kan de kunstmatige oxytocine toevoer afgezet worden. Dit is zelden het geval en meestal zwakken de weeën dan terug af.

Belangrijk is het inzicht dat een ingeleide arbeid meestal veel pijnlijker is, omdat het geen natuurlijke pijn is. Het is dus onredelijk om te denken dat een vrouw een medisch proces kan ondergaan zonder pijnverlichting, tenzij ze ervoor kiest en weet dat het perfect normaal is om zich te bedenken. Als vroedvrouw moeten we alles op alles zetten om voor haar de ruimte te creëren, waardoor minstens een deel van haar natuurlijk geproduceerde hormonen kunnen vrijkomen en we zo haar proces ondersteunen. Bij een fysiologische arbeid is er een fase van rust, meer tijd tussen de weeën, bij de overgang naar de fase waarin het kind zich een weg naar buiten baant. Hierbij wordt adrenaline vrijgegeven die de vrouw helpt terugkeren naar een bewustzijn waarbij ze zich terug meer bewust wordt van haar omgeving om klaar te zijn om haar baby te ontmoeten. Op dit moment breken ook dikwijls spontaan de vliezen. Na deze overgangsfase veranderen de weeën stilaan in persweeën.

Bij een ingeleide arbeid is er een kunstmatig weeënpatroon dat niet kan reageren op signalen van moeder of baby en weinig verandering in bewustzijnsniveau en gedrag teweegbrengt. De overgangsfase waarbij er even rust is en moeder en kind de noodzakelijke aanpassingen kunnen doen om verder te gaan wordt overgeslagen. Een vroedvrouw krijgt ook veel minder signalen vanuit de moeder die haar kan helpen te evalueren hoe een arbeid verloopt. De vooruitgang van een ingeleide arbeid vereist veel meer vaginale onderzoeken omdat andere signalen ontbreken of veel minder zichtbaar zijn.

Het kind zoekt zich een weg naar buiten

Tijdens een fysiologische geboorte komen er tijdens de persfase hoge gehaltes oxytocine en beta-endorfines vrij, die de moeder helpen rustig te blijven en haar doen vertrouwen op haar instincten om ook deze fase goed te beleven. Er is ook een hoog gehalte adrenaline en cortisol die het bewustzijn (neocortex) van de moeder gaan activeren zodat ze kan denken en haar baby kan beschermen onmiddellijk na de geboorte.

Gedurende de persfase verandert het weeën patroon. Deze weeën zijn zeer sterk en geven een druk naar beneden en spontaan persen begint wanneer het hoofd van de baby de zenuwen achter in het bekken bereiken. Op dit moment is het vruchtwater meestal al weg, wat dit stuk van de arbeid minder comfortabel maakt voor de baby door de sterke contracties en de bijkomende druk naar beneden. De placenta wordt ook meer samengedrukt door de contracties omdat de baarmoeder kleiner geworden is door de baby die naar beneden gaat. Deze bijkomende eustress zorgt ervoor dat de baby nog meer cortisol en adrenaline gaat vrijgeven, wat hem helpt bij de overgang naar het ademen. De baby heeft ook een heel hoog gehalte aan oxytocine op dit moment en geeft beta endorfines vrij in antwoord op de druk en de eustress van deze fase. Deze combinatie van oxytocine en beta-endorfines bereidt hen voor op het bindingsgedrag na de geboorte. Om te voorkomen dat deze fase te stressvol zou zijn voor de baby gaat er meer tijd zitten tussen contracties. Daardoor krijgt de baby de tijd om te bewegen en te draaien in het bekken en de ontspannen baarmoeder te gebruiken om te bewegen met zijn schouders. Ook het perineum krijgt tijd om zich langzaam aan te passen, wat de kans op scheuren vermindert.

Ingeleide contracties blijven hetzelfde omdat het infuus niet reageert op wat er in het lichaam van de vrouw gebeurt. Het lichaam zal wel cortisol en adrenaline vrijgeven, maar niet in voldoende mate beta-endorfines die haar helpen bij het omgaan met de geboortekracht. Het verderzetten van hetzelfde weeën patroon verhoogt de kans op foetale distress, slechte positie van het kind en trauma van het perineum. We weten dat het risico op perineaal trauma (scheuren of knippen) verhoogd is na inductie omdat er geen bescherming is via het instinctieve gedrag van de moeder. Je kan hierop niet vertrouwen bij een ingeleide geboorte omdat de hormonen die betrokken zijn en de moeder helpen bij instinctief gedrag niet voldoende functioneren. Daardoor heeft een moeder met een ingeleide geboorte andere interventie nodig om scheuren te voorkomen. Bijvoorbeeld voorstellen om te blijven bewegen en eventueel het vertragen van de geboorte van het hoofdje door te blijven ademen in een wee of gecontroleerd te persen. Het gaat niet over gecoacht persen of het steunen van het perineum. Het gaat om het helpen van de vrouw om te connecteren met haar lichaam en proberen te voelen wat er gebeurt. Om te werken met wat ze voelt om haar baby te helpen geboren te worden. Vooral bij een epidurale is hier nood aan. 

Moeder en kind ontmoeten elkaar en de placenta wordt geboren

Dit is de overgang van de baby naar de buitenwereld en de geboorte van de placenta. Wanneer baby en moeder elkaar ontmoeten:

Baby

De eerste taak van de baby na de geboorte is om zijn zuurstofvoorziening van de placenta naar zijn longen te brengen. De placenta laat zijn bloed naar de baby vloeien en zal daarna zijn bloedvaten afsluiten. Dit gebeurt ook bij een geïnduceerde arbeid. Het verschil is dat de longen van een ingeleide baby misschien niet volledig klaar waren om die transitie te maken. Zij kunnen het openen van de longen en beginnen ademen moeilijker vinden.

Een ander belangrijk gebeuren is de binding van de baby met zijn moeder, één van de belangrijkste personen die hem zal beschermen en voeden. Gelukkig hebben de kinderen een cocktail aan hormonen die hen daarbij helpen, onafhankelijk van de manier waarop ze geboren worden. Ze hebben een hoog gehalte aan adrenaline dat hen alert maakt. Ze hebben hoge beta-endorfines en oxytocine in hun hersenen die hen klaarmaken op verbinding.

We zijn nog steeds aan het leren waarom baby’s geboren worden met hoge gehalten aan oxytocine in hun hersenen en dr. Sarah Buckley en haar team zijn dit aan het onderzoeken. Maar het lijkt gerelateerd te zijn aan de contracties, de druk en het massage-effect dat ze hebben tijdens de arbeid. Dus baby’s geboren met een geplande keizersnede hebben niet die hoge concentraties aan oxytocine, maar baby’s, die een arbeid hebben- fysiologisch of ingeleid- hebben dit wel. De problemen die ingeleide baby’s hebben met borstvoeding lijken meer te maken te hebben met het feit dat ze geboren zijn voor ze er echt klaar voor waren en de manier waarop ze na de geboorte behandeld werden, zoals het wegnemen bij hun moeder, Het is ook gerelateerd op wat er anders is bij hun moeder.

Moeder

Het hormoonprofiel van de moeder lijkt anders te zijn na een ingeleide geboorte. Ze zal zeker niet de hoge endorfines en adrenaline hebben die de ‘post-birth’ euforie creëren, zeker niet als er ook epidurale verdoving in het spel is. En nog belangrijker: ze zal minder oxytocine hebben, zeker niet de massale gehaltes die ze vrijgeeft tijdens een fysiologische geboorte. Dat kan een impact hebben op haar mogelijkheid om te connecteren en te binden met haar kind en het kan de start van borstvoeding beïnvloeden.

Het is van levensbelang dat na een ingeleide geboorte de moeder en de baby ondersteund worden om dicht bij elkaar te blijven in huidcontact, in staat om ongestoord te interageren met elkaar zolang als maar kan.

Dit zal oxytocine vrijgeven. De baby zal zijn moeder moeten helpen om de oxytocine te boosten. Hij weet hoe: door haar aan te raken, de voetjes in haar buik te drukken om de baarmoeder te masseren, door het stimuleren van de tepels en in haar ogen te kijken door zijn lekkere eigen geur …, al dat normale gedrag dat een baby heeft na de geboorte, onafhankelijk of de arbeid spontaan was of ingeleid.

En dit helpt ook allemaal bij de geboorte van de placenta. Na een fysiologische geboorte werken moeder en kind intuïtief samen om de placenta te laten geboren worden. Hun interacties doen de oxytocine stijgen om de baarmoeder te laten samentrekken en de placenta vrij te maken. En daarna de baarmoeder te doen samentrekken om de bloeding te stoppen. De oxytocinepiek die een vrouw heeft bij een ongestoorde geboorte is vele malen groter dan op welk ander moment in haar leven ook! Die kan op geen enkele manier nagemaakt worden.

Na een inductie wordt de kunstmatige oxytocine op dit moment verhoogd door een bolus of injectie om sterke contracties te krijgen. Er is een verhoogde kans op een bloeding, zelfs als de kunstmatige oxytocine via het infuus verhoogd wordt. Dit is omdat de oxytocine receptoren die mogelijks minder gevormd werden in aanloop naar de geboorte, verzadigd kunnen worden tijdens een ingeleide arbeid. Dat wil zeggen dat ze geen oxytocine meer kunnen opnemen. Als de kunstmatige oxytocine dan verhoogd wordt, kan die niet meer verbonden worden met de oxytocine receptoren om een contractie te creëren. Dat is waarom een postpartum bloeding die hierdoor veroorzaakt wordt, behandeld moet worden met medicatie die niet afhankelijk is van de oxytocine receptoren.

 

Beluister hier de podcast ‘The risks of induction – Part 1’

 

Samenvatting
 

Een ingeleide arbeid is heel verschillend van een fysiologische arbeid. Het vraagt meer toezicht en bijkomende interventies. Vroedvrouwen zouden moeten begrijpen waarom en hoe een inleiding verschilt van een fysiologische geboorte zodat ze ook moeder en kind kunnen ondersteunen gedurende en na een inductie omdat hun behoeften anders zijn. Het uiteindelijke doel dat de vrouw de controle houdt over haar geboorte ervaring zou er altijd moeten zijn. Zij moet de leiding hebben over haar zorg en de beslissingen nemen.

We houden in gedachte dat een vrouw die een inleiding krijgt ook haar recht heeft op haar geboorte overgangsritueel. De manier waarop we met haar omgaan heeft een grote impact. Als vroedvrouw kennen we de verschillen en reageren hierop.

Wat altijd van belang is, is dat de vrouw centraal moet blijven staan.